De hoeven van een ezel moeten zeker eens in de drie maanden worden bekapt. Daarbij zijn hoevenkrabber en vijl onmisbare instrumenten. Ondervinden de hoeven weinig natuurlijke slijtage, dan is vaker bekappen noodzakelijk. Omdat de hoeven van een ezel een andere stand hebben dan paardenhoeven is verzorging door een speciale ezelhoefsmid gewenst. De achterhoeven staan in een hoek van ruim 55 graden, de voorhoeven in een hoek van 50 tot 55 graden. De hoeven van een ezel groeien vanuit de achterkant. Daar moet meer vanaf worden gehaald dan van de voorkant. De ezelhoefsmid knipt de draagrand in de juiste stand en controleert de hoef op witte lijnziekte
en rotstraal
.
Ook kan bij ezels hoefbevangenheid bij ezels
ontstaan.(1) Een te natte ondergrond is niet goed voor ezelhoeven. Een te droge ondergrond evenmin. Het eerste kan worden ondervangen door in de weide een deel te verharden. Verdroging van de hoeven kan worden voorkomen door de aanleg van een waterbad. In het wild levende ezels bezoeken dagelijks een drinkplek waar ze met hun voeten en al in gaan.(2)
(1) Ezelhoeven bekappen, uitgave van The Donkey Sactuary
(2) http://naturalhoof.co.nz/donkeys.html
Terug naar: