In de maatlat duurzame veehouderij is voor paarden een iets grotere leefruimte opgenomen: 12,3 m2 per paard. Daarbij moet 10% van de dierplaatsen groter worden uitgevoerd. In een concept-versie van de maatlat was nog sprake van 11 m2 per paard. Deze zogeheten randvoorwaarde om aan de maatlat te kunnen voldoen is na consultatie van onder andere Stichting Levende Have herzien.
Bij het uitreiken van certificaten voor belastingvoordelen bij nieuwbouw, waarvoor de maatlat is bedoeld, zouden de eigenaren van paardenstallen aan meer basisvoorwaarden moeten voldoen, zo heeft Levende Have te kennen gegeven. De basisvoorwaarden om voor certificering in aanmerking te komen zouden volgens Levende Have (zie bijlage) moeten worden uitgebreid met minimale eisen op het gebied van fysiek contact met soortgenoten, beweging en uitloop naar buiten (paddock met vrije toegang tot stal of weide met schuilgelegenheid).
Iets kopen bij bol.com? Klik hier en steun met je aankoop Levende Have
In de maatlat is nu als basisvoorwaarde opgenomen dat er een voorziening dient te zijn voor vrije beweging, oftewel er moet een uitloop of paddock aanwezig zijn die voldoet aan de eisen in het criterium voor bewegingsvrijheid. En alle dieren moeten worden gehuisvest met zicht op andere paarden binnen 30 meter én vrij zicht hebben via tenminste twee wanden van het verblijf. Minimaal twee wanden moeten zijn uitgevoerd met tralies. In scheidingswanden tussen 2 dierverblijven is de minimale afmeting 50 cm breed x 70 cm hoog.
- Per paard is de minimale leefruimte 12,3 m2 en per pony 9,0 m2.
- 10% van de dierplaatsen is groter uitgevoerd dan 12,3 m2 of 9,0 m2.
- Voor merries met veulen worden pas punten toegekend als de leefruimte 1,66 maal zo groot is als voor een individueel paard.
- Bij individuele huisvesting zonder vaste uitloop: voor 20% van de dierplaatsen is een buitenuitloop aanwezig van tenminste 15 x 7,5 meter. Bij individuele huisvesting met vaste uitloop: voor 5% van de dierplaatsen is een buitenuitloop aanwezig van tenminste 15 x 7,5 meter.
- Alle dieren op het bedrijf worden gehuisvest met zicht op andere paarden binnen 30 meter én hebben vrij zicht via tenminste twee wanden van het verblijf.
De basisvoorwaarden zijn minimumeisen, daarbovenop kunnen op allerlei onderdelen punten worden behaald waarmee een stal uiteindelijk in aanmerking kan komen voor een certificaat. Op het onderdeel dierenwelzijn zijn minimaal 45 punten vereist. Krijgt een paard geen 12,3, maar 13 m2 leefruimte in de stal, dan is dat goed voor één punt. Kunnen de paarden permanent in een groepsverblijf, paddock, weide of track met ≥ 40,00 m lengte én water- en ruwvoervoorziening op minimaal op 15,00 m van elkaar, dan wordt dat gehonoreerd met 10 punten. Hebben de paarden niet langer dan 4 uur per dag geen beschikking over ruwvoer, dan is dat ook goed voor 10 punten. Verder vallen er met een verrijking van de buitenruimte nog extra punten te verdienen, alsmede met zachte ligruimtes binnen, ventilatie, isolatie en extra mogelijkheden tot onderling contact.
De Stichting Levende Have zal bij de overheid blijven aandringen op een verdergaande verbetering van de huisvesting van paarden.
Redactie Levende Have
Lees ook het interview met Machteld van Dierendonck:
Eerder bericht:
