De Yokohama is een ras waarvan de herkomst vraagtekens oproept. Ondanks het feit dat de missionaris Girad in 1864 het ras uit de havenstad Yokohama naar Parijs haalde, is het moeilijk te begrijpen dat we met een Japans ras van doen hebben. De Japanse standaard kent het ras niet en dit geldt ook voor de beschrijving van de meest opvallende kleur van dit ras: de wit roodgetekende. Beschrijvingen van de importdieren door tijdgenoten zeggen niets over de kleur van de dieren, terwijl juist dit wit met rood heel bijzonder is. Dat kan toch niet onopgemerkt zijn gebleven.
Het ras is erkend in 2 kleurslagen wit roodgetekend en wit en heeft gele benen. De wit roodtekening bij de haan bevindt zich op de borst en de dijen terwijl de schouders, bovenrug en vleugeldekveren diep roodbruin zijn. De wit roodtekening bij de hen bevindt zich op de bovenrug, schouders, vleugeldekveren en de borst, hierbij is iedere veer roodbruin met aan het eind een melkwitte parel. Voor het overige zijn ze melkwit van kleur.
Het is een fazantachtig, sierlijk hoen, levendig van karakter, met een langgerekt lichaam en enige vechthoenderinslag. Zeer opvallend is de enorm ontwikkelde staart van de haan, met veel lange hoofd- en bijsikkels die de grond raken. Samenhangend hiermee zijn de bovenste staartstuurveren en staartdekveren bij de hen sikkelvormig gebogen. Ze hebben een kleine kussenkam zonder kamdoorn.
De haan weegt 1,75 –2,5 kg en de hen 1,25 tot 1,75 kg. Yokohama’s zijn vrij gehard, maar verlangen vanwege de lange staart een droge huisvesting. De hennen worden broeds en zijn zeer zorgzaam voor de kuikens.
Het is een fazantachtig, sierlijk hoen, levendig van karakter, met een langgerekt lichaam en enige vechthoenderinslag. Zeer opvallend is de enorm ontwikkelde staart van de haan, met veel lange hoofd- en bijsikkels die de grond raken. Samenhangend hiermee zijn de bovenste staartstuurveren en staartdekveren bij de hen sikkelvormig gebogen. Ze hebben een kleine kussenkam zonder kamdoorn.
De haan weegt 1,75 –2,5 kg en de hen 1,25 tot 1,75 kg. Yokohama’s zijn vrij gehard, maar verlangen vanwege de lange staart een droge huisvesting. De hennen worden broeds en zijn zeer zorgzaam voor de kuikens.
Terug naar: