In ruwvoer zit doorgaans voldoende zink. Als het rantsoen te weinig zink bevat, is dat vrij snel aan het dier te zien. Zink is betrokken bij de werking van een groot aantal enzymen. Het is nodig voor het functioneren van verschillende weefsels, o.a. van de voortplantingsorganen, de botten, de huid en haren en voor het afweersysteem.
Bij zinktekorten is de eetlust verminderd en de groei beperkt. Zinkgebrek geeft een perkamentachtige huid en de gevoeligheid voor stinkpoot en rotkreupel zou er door toenemen.
Geiten gaan sterk speekselen en krijgen korsten op neus, lippen en ogen en vergroeiingen aan horens en klauwen. Ook kaalheid, ruige vacht, ontsteking van tandvlees en oogslijmvlies en abnormale groei van de voorklauwtjes kunnen het gevolg zijn van zinkgebrek. Een groot deel van het zink in het lichaam is aanwezig in de botten en de spieren, maar de totale voorraad is zeer beperkt.
Terug naar: