Een geit alleen is bijna altijd ongelukkig. Meerdere dieren, soms van verschillende rassen, kunnen goed bij elkaar, ook al zijn ze niet van jongs af aan met elkaar opgegroeid. Een nieuwkomer wordt soms verstoten. Of hooguit gedoogd. Voor deze ‘vreemdeling’ moet dan in de stal vaak een aparte plek worden ingeruimd met een eigen voervoorziening en in elk geval de mogelijkheid om weg te vluchten. Ruimte is belangrijk voor dieren die elkaar slecht verdragen.
Geiten van verschillende rassen kunnen zich afzijdig van elkaar houden, maar ze herkennen elkaar wel als soortgenoten. Met de fles grootgebrachte lammeren stellen zich helemaal op de mens in. Dat kan vervelende gevolgen hebben als de bok volwassen wordt. Hij gaat dan een rangordestrijd aan met zijn verzorger.
Rangorde
In de kudde bepalen geiten en bokken onderling de rangorde. De rangorde wordt bepaald door schijngevechten, waarbij de dieren op de achterbenen gaan staan en bij het neerkomen met de horens op elkaar botsen. Gehoornde geiten staan hoger in rang dan ongehoornde. Er is een rangorde bij de bokken en bij de geiten. Bokken en geiten vechten vrijwel nooit met elkaar.
De rangorde is duidelijk te zien bij de voerbak, de hooiruif en de ingang van het geitenhok. Merk je dat sommige geiten tekort komen doordat een andere geit ze bij de hooiruif steeeds wegjaagt, geef ze dan apart te eten. Span een stroomdraadje tussen beide voerplaatsen. Als de ingang van het geitenhok steeds versperd wordt door een dominante geit, maak dan een tweede ingang. Let wel op dat er daardoor in het hok geen tocht ontsstaat.
Terug naar: