Het Centraal Veterinair Instituut heeft bij ruim een half procent van de onderzochte knutten van het Obsoletus complex het Schmallenbergvirus aangetoond. Dit verhoudingsgewijs hoge percentage verklaart dat het virus zich vorig zomer en najaar zeer snel heeft kunnen verspreiden.
Het percentage met Schmallenbergvirus besmette knutten van het Obsoletus complex is een factor tien groter dan de mate van besmetting van deze knuttensoort met het blauwtongvirus tijdens de blauwtongepidemie in Europa in 2006-2008. Een dergelijk hoge infectiegraad bij een lokale knuttensoort is een enkele keer ook in Australië gezien bij verspreiding van het Akabane-virus. Dit virus verspreidde zich in Australië met een snelheid vergelijkbaar met de verspreidingssnelheid van het Schmallenbergvirus in West Europa.
Uit het onderzoek blijkt ook dat ruim 0,1% van de geteste knuttensoort C. chiopterus eveneens geïnfecteerd was met het Schmallenbergvirus. Dit is een factor vijf groter dan gemeten voor het blauwtongvirus in dezelfde knuttensoort in 2006-2008.
Het onderzoek vann het CVI is op 28 september gepubliceerd in de online-versie van het wetenschappelijke tijdschrift Emerging and Infectious Diseases. Eind 2011 werd bekend, dat misvormd geboren dieren in Nederland en Duitsland het gevolg waren van een virusinfectie. Het virus werd voor het eerst aangetoond in het bloed van dieren afkomstig uit de plaats Schmallenberg in Duitsland, waarna het nieuwe virus Schmallenbergvirus werd genoemd.
Het virus behoort tot de Bunyaviridae-familie en de Simbu serogroep, die veelal door knutten en muggen worden verspreid. Begin 2012 begon het CVI met een onderzoek naar de rol van knutten bij de verspreiding van het virus in Nederland.
Redactie Levende Have