In diervoer blijken teveel restanten te zitten van ontwormingsmiddelen. Dat komt doordat na de productie van gemedicineerd diervoer de productielijnen onvoldoende worden schoongemaakt.
Het Bureau Risicobeoordeling & onderzoeksprogrammering (BuRO) van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) adviseert de tolerantiegrens van de ontwormingsmiddelen flubendazol en ivermectine in diervoer te verlagen van 5% naar 2,5%.
Dieren die voer met restanten van ontwormingsmiddelen eten, worden blootgesteld aan lage concentraties. Door de tolerantiegrens van restanten flubendazol en ivermectine in diervoeder te verlagen, is het risico dat het medicijn wordt aangetroffen in consumptievlees lager. Ook vermindert dit het risico op resistentie tegen de betreffende geneesmiddelen, aldus het BuRO.
Resistentieontwikkeling in parasieten tegen ontwormingsmiddelen is mogelijk, maar het is niet duidelijk of dit ook het geval zal zijn bij verslepingsconcentraties van 2,5% van ontwor-mingsmiddelen in het voer. Hier is verder onderzoek noodzakelijk, aldus het BuRO. Langdurige afgifte van suboptimale doseringen van anthelmintica bij bijvoorbeeld bolustherapie bij herkauwers is een bekende oorzaak van resistentie.
Redactie Levende Have/Bron: RIVM-Rikilt
