
Veelzijdig boerderijdier
Zolang er boerenbedrijven bestaan, maakte het varken altijd wel deel uit van de veestapel. Bijna elke veehouder of akkerbouwer had er wel eentje of meerdere. Varkens waren leveranciers van spek en vlees, maar ze ploegden ook de akkers om en zorgden voor bemesting van schrale (zand)grond. Varkens waren ook geen dure kostgangers; ze verwerkten al het afval en de bijproducten van de boerderij.
Hobbyvarkens
In de loop van de 20e eeuw is de varkenshouderij verregaand geïndustrialiseerd. Inmiddels worden er in Nederland zo'n 11 miljoen varkens in gesloten bedrijven gehouden. Het fenomeen van rundveehouders die er nog een paar varkens bij houden, is sinds de varkenspestuitbraak in 1997 vanwege de regelgeving voor varkens vrijwel verdwenen. Wel komen er steeds meer hobbyisten die varkens houden als gezelschapsdier. Zo zijn er tussen de 2000 tot 4000 houders van hobbyvarkens met in totaal zo'n 3000 tot 6500 varkens.
Landschapsvarkens
Terug van weggeweest zijn de landschapsvarkens. Zij worden ingezet op natuurterreinen voor het beheer. Wat vroeger heel normaal was - een groepje varkens dat onder leiding van een varkenshoeder van het ene perceel naar het andere trok - keert nu weer terug. Veelal nog bij wijze van experiment, maar hun waarde voor het onderhoud van bos, akker, grasland of heidevelden hoeft eigenlijk niet meer te worden bewezen. Wageningen Universiteit heeft een schema gemaakt voor de inzet van varkens gedurende het jaar. Het is te vinden in het e-book Laat de varkens los.
Meer informatie over de voors en tegens van deze landschapsvarkens is te vinden in het artikel ''Argusogen gericht op het landvarken''
Rassen in de genenbank
Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland heeft tot dusver 20.000 doses sperma opgeslagen van 667 beren van 25 varkensrassen. In 1962 bestond de Nederlandse varkensstapel bijna volledig uit de rassen Nederlands Landvarken en de Nederlandse Groot Yorkshire. Daarna werd de kruisingsfokkerij geïntroduceerd in Nederland en zijn ook andere rassen geïmporteerd. In de jaren ’70 werden er Finse- en Noorse landvarkens binnengehaald en rond 1980 de rassen Duroc, Hampshire, Saddleback en Schwabisch-Hallisch. In die periode is ook overgegaan op gespecialiseerde beren- en zeugenlijnen. Zo is uit het toenmalige allround Nederlandse Groot Yorkshire varken een vader- en een moederlijn ontstaan.
De zeugenlijnen worden vooral geselecteerd op vruchtbaarheid, het aantal levend geboren biggen per worp en het grootbrengend vermogen van de zeug, naast groei- en slachteigenschappen. Bij de berenlijnen ligt de nadruk vooral op groei, bevleesdheid en voerefficiëntie. Het huidige Nederlandse vleesvarken is een kruisingsvarken.
Voor meer informatie, zie Varkensrassen in de genenbank
Gerelateerde onderwerpen:
Terug naar: