De voortplanting verloopt bij tamme varkens een beetje anders dan bij wilde zwijnen. Wilde zwijnen hebben een bronstperiode eind herfst/begin winter. Tamme zeugen kunnen het hele jaar door bevrucht worden. Zij zijn om de drie weken bronstig of berig, en dat gedurende drie dagen. Wanneer een zeug voor het eerst berig wordt is moeilijk te zeggen. Dat is nogal rasgebonden. Het is wel duidelijk te merken als een zeug berig is. Ze vertoont dan de zogeheten sta-reflex. Dat betekent dat de zeug niet meer wegloopt als de beer haar wil bespringen of als een mens zijn hand op haar rug houdt.
Contact met de beer bevordert de berigheid. Hoe meer hij stinkt, schuimbekt en kwijlt, hoe beter het is. Tocht en een te lage of te hoge temperatuur is niet bevorderlijk voor de berigheid. Wel bevorderlijk is licht, evenals goede voeding. Zo'n 42 uur na de eerste bronstverschijnselen volgt de eisprong. Het beste tijdstip voor een dekking is 12 tot 24 uur voor de eisprong.
Gerelateerde onderwerpen:
- [[nodetitle:Voeding voor dekrijpe zeugen|Voeding voor dekrijpe zeugen]]
Terug naar: