
Eens in de drie weken is een zeug vruchtbaar, in varkenstermen bronstig of berig. Ze kan dan gedekt worden door een beer. Met de paring zijn de varkens wel een half uur zoet.
Als de bevruchting gelukt is, werpt de zeug na ‘drie maanden, drie weken en drie dagen’ een toompje biggen. De meeste beertjes worden al snel daarna onder verdoving gecastreerd. Na een maand of twee verlaten alle biggen hun moeder weer: het zogenoemde spenen.
Meer over voortplanting:
Terug naar