Een damhert is te herkennen aan zijn kleur: rug roodachtig geel met witte vlekjes en de buikzijde geelwit. In de winter is het damhert lichter en heeft het minder opvallende vlekjes boven op rug zwarte streep. Deze dieren dragen een zogeheten schoffelgewei. Ze kunnen ongeveer 20 jaar oud worden.
Damherten eten gras, jonge bladeren, bessen (rozenbottel, braam, bosbes), eikels, granen, wortelen. Ze leven in roedels. Na de paartijd vormen de volwassen mannetjes vrijgezellengroepen, terwijl de vrouwtjes (hinden) met hun nakomelingen in groepjes van vijf tot zeven dieren leven. Jonge mannetjes blijven doorgaans twintig maanden bij de groep waarin ze geboren zijn.
De bronsttijd begint in oktober en duurt tot begin november. Vrouwtjes zijn na zestien maanden geslachtsrijp, mannetjes na zeven tot veertien maanden. In juni en juli, na een draagtijd van 230 dagen, wordt meestal één kalf geboren. Het pasgeboren kalf houdt zich de eerste weken schuil in de vegetatie, maar het kan zijn moeder wel al volgen. De zoogtijd duurt gemiddeld zo'n twaalf weken.
Terug naar: