Als ze ongeveer drie maanden oud zijn, worden konijnen vruchtbaar. Wie geen nestjes wil, moet de mannetjes en vrouwtjes tijdelijk scheiden. Puberende tweetallen van gelijk geslacht willen nu eenmaal de rangorde bepalen, wat tot gevechten kan leiden.
Castratie is in dit stadium echter nog niet verstandig. Daarvoor wordt voor de rammen meestal een leeftijd van vijf tot zes maanden geadviseerd. De balletjes moeten in elk geval zijn ingedaald. Na castratie is een rammetje nog zo’n twee weken vruchtbaar. Een vrouwtje is direct onvruchtbaar, maar de operatiewond moet goed kunnen helen. Huisvest konijnen daarom enkele weken voor én na hun castratie/sterilisatie in een eigen hok met rennetje. Zorg voor zicht- en geurcontact met de andere dieren, anders vervreemden ze van de groep. Houd buitenkonijnen tijdelijk binnen. Daar kun je ze wat beter verzorgen, in een hok met een zachte ondergrond, vers water, hooi en groenvoer.
Castratie - beter is het te spreken van sterilisatie - is voor een vrouwtjes konijn een grotere ingreep dan voor een mannetjes konijn. Daarom wordt voor de voedster vaak een leeftijd van acht maanden geadviseerd. Bij de ram worden de zaadballen en een stukje van de zaadleider verwijderd. Bij de voedster worden de eierstokken weggehaald en eventueel ook de baarmoeder. Belangrijk is dat konijnen voor de ingreep normaal eten. Konijnen mogen niet vasten. Na de ingreep is het belangrijk dat ze binnen 24 uur weer voedsel tot zich nemen.
Castratie van de ram heeft niet alleen als voordeel dat hij onvruchtbaar wordt, hij gaat ook minder rijen en sproeien. Bij het vrouwtjes konijn kan de ingreep voorkomen dat ze baarmoederkanker krijgt. Gecastreerde en gesteriliseerde konijnen zijn vaak ook makkelijker zindelijk te krijgen.
Gerelateerde onderwerpen:
