Landelijk kennisnetwerk van houders van boerderijdieren

Vogelgriep in de achtertuin

Ingediend door jinke op 28 november 2022 - 10:23

‘’Waar is de opwinding over de vogelgriep, die nu al in onze achtertuin zit?’’ vraagt viroloog Marion Koopmans zich af.*) ‘’Dat kan jarenlang goed gaan, het kan dat er nooit een probleem voor de mens uit zal ontstaan, maar het kan ook dat eind dit jaar blijkt dat ergens een mix van varkensgriep en deze vogelgriep is ontstaan en there we go again. En dan kun je niet met droge ogen zeggen dat we dat niet hebben zien aankomen.”

Er zijn maar weinigen die zich net als Koopmans – in coronatijden geregeld op radio en TV als lid van het outbreakmanagementteam – verbazen over de lauwe reactie als het gaat om een ziekte die het afgelopen jaar vele miljoenen vogels het leven heeft gekost. Er wordt weliswaar gesproken over de grootste vogelgriepepidemie ooit, maar dat het H5N1-virus nog altijd op talrijke, verwachte én onverwachte plekken de kop opsteekt en nu ook op grote schaal wilde vogels tot slachtoffer maakt – het lijkt weinig indruk te maken. 

Uitbraken in megastallen veroorzaken misschien even een kleine golf van verontwaardiging, maar de meeste besmettingen in de pluimvee-industrie gaan aan het grote publiek voorbij. Er treedt gewenning op. De communicatie van het ministerie van LNV staat op de automatische piloot: nieuwsbericht, kaartjes met 3 km en 10 km zones, een herhaling dat er nog altijd een ophok- en afschermplicht geldt, en dat is het dan. Alsof het gewoonste zaak van de wereld is, doen de kippenvergassers hun werk en dringt de minister erop aan – in afwachting van vaccinatie - de hygiëneprotocollen nog maar eens tegen het licht te houden. Ach, kunnen ook meeuwen vogelgriep krijgen? Haviken, spreeuwen, tropische vogels? O ja, een beer besmet? Otters, zeehonden, vossen, bunzings, wilde katten?

Het virus is overal. En het is niet meer te stoppen
Het lijkt net alsof we het niet willen weten. Misschien is er al iets te vaak gesproken over een tikkende tijdbom. Zolang die niet afgaat, zolang niet de hele pluimvee-industrie komt plat te liggen, zolang pluimveehouders enkele maanden na een uitbraak hun stallen weer gewoon vol zetten met dieren - denken mensen al gauw: dan valt het wel mee. Toch is er genoeg reden om helemaal van de leg te raken als je naar het verloop van de epidemie kijkt. Nog niet zo lang geleden brak er even een periode van rust aan zodra er een ophok- of afschermplicht werd ingesteld. Maar het virus waar we nu mee te maken hebben – H5N1 – lijkt zich nergens meer wat van aan te trekken. Het verspreidt zich met groot gemak door het milieu. Het springt over van wilde vogel op kip, kalkoen of eend en vice versa. En: het virus is overal. Niet alleen in waterrijke buitengebieden, maar inmiddels ook in steden, woonwijken, parken. Het is niet meer te stoppen.

Heeft alles wat we doen dan geen enkele zin? We weten natuurlijk niet of er nog veel meer besmettingen zouden zijn geweest als we beschermende maatregelen achterwege hadden gelaten. Vermoedelijk wel. Met 100 miljoen kippen dicht op elkaar gepakt in stallen is Nederland één grote virusfabriek. De explosie van vogelgriep zou niet te overzien zijn geweest. Maar wat zou er zijn gebeurd als er in oktober 2021 een totale standstill was afgekondigd? Als de hele pluimvee-industrie voor langere tijd plat was gelegd? Er wordt domweg te weinig onderzoek gedaan, om daarover meer duidelijkheid te krijgen. Wat precies het effect is van al dat ophokken, afschermen, ruimen, van al die vervoersverboden en preventieve maatregelen op het erf – niemand die het kan vertellen. De route die het virus aflegt voordat het een stal binnenkomt – het kan zus zijn gegaan of zo, maar eigenlijk geen idee. Onlangs is er een nieuwe besmettingsroute geopperd: via de luchtinlaten van de stallen. Terwijl nog allerminst vaststaat of het virus op die manier de stallen binnenkomt, ligt het advies al klaar om deze luchtinlaten af te schermen met gaas. Het is het zoveelste voorbeeld van de trial-and-error-methode waarmee het virus tegemoet wordt getreden. Onderzoek naar de aanwezigheid van virusdeeltjes in met fijngaas beschermde luchtinlaten gaf geen aanwijzingen over een mogelijk effect. Alle geteste materiaalmonsters waren negatief in de PCR-test voor influenzavirus. “Hoewel we in ons onderzoek geen vogelgriepvirus aantroffen, adviseren we pluimveehouders wel om aanvullende maatregelen te nemen om de potentiële risico’s van deze introductieroute via de luchtinlaat zoveel mogelijk te beperken”, aldus een artikel op de website van Wageningen Universiteit. 

Wat we wel weten is dat het virus maar heel weinig nodig heeft om toe te slaan en dat het vooral in kippenstallen met tienduizenden en soms zelfs honderdduizenden dieren, maar ook in vijvers met grote aantallen watervogels verwoestend kan uitpakken. Zelfs iemand met een paar kippen, die z’n dieren in de tuin achter een hekwerk heeft geplaatst en daar gaas overheen heeft gespannen om contact met wilde vogels te vermijden, kan zo maar geconfronteerd worden met een geval van vogelgriep. Een enkel poepje van een wilde vogel aan de schoen bevat genoeg virus om alle kippen ziek te maken. 


In de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen staan preventieve maatregelen Aiviare Influenza genoemd. In artikel 3.4 wordt de afscherm- en ophokplicht beschreven. ‘’Een exploitant van commercieel gehouden vogels of een exploitant van risicovogels neemt passende maatregelen om zo veel mogelijk te voorkomen dat de vogels in contact komen met in het wild levende dieren of hun uitwerpselen.
''Een passende maatregel als bedoeld in het eerste lid is voor een exploitant van commercieel gehouden vogels, met uitzondering van vogels, behorende tot fazanten (Phasianidae), loopvogels of sierwatervogels, ten minste het binnen een gebouw brengen en daar houden van de vogels.’’
Het artikel geeft voor de exploitant van niet-commercieel pluimvee niet aan wat passende maatregelen zijn. En ook de toevoeging ‘’zoveel mogelijk’’ laat ruimte voor interpretatie. Op de website van de NVWA staat: ‘’Er zijn verschillende manieren om vogels af te schermen.’’  Om invulling te geven aan de open norm is er een video gemaakt van een situatie, die als het ‘’ideale plaatje’’ wordt aangemerkt. Er wordt gesproken over ‘’minimaal een omheining met een ren of een volière’’ en ‘’voorkomen dat wilde vogels tussen de hobbyvogels landen’’. Maar wat de status is van deze voorlichting, waar die op is gebaseerd en of die in geval van handhaving rechtsgevolgen kan hebben, is onduidelijk.


Geen enkele kip is veilig
Hoezeer pluimveehouders ook hun best doen besmettingen te voorkomen, na een heftig vogelgriepjaar blijkt steeds vaker: geen enkele kip is veilig. Zelfs de kippen in de zwaar beveiligde inrichtingen van de pluimvee-industrie niet. Wat eigenaren van pluimvee ook doen, besmettingen lijken vooral een kwestie van toeval. Je weet: hoe meer virus in de omgeving, hoe groter de kans. Maar niemand weet waar het virus zich precies bevindt. En niemand kan voorspellen wanneer er een kat door de tuin komt aangeslopen met resten van een dode wilde vogel in de bek. En niemand roept: pas op, er is een muis in aantocht met virus aan de pootjes! 

En dan nog? Wat kun je doen? Vaccineren. Maar zolang Wageningen Universiteit werkt aan een supervaccin, blijft de meest voor de hand liggende bescherming – een reeds bestaand vaccin - op de plank liggen en wil het ministerie van LNV als beschermheer van de pluimvee-industrie aan deze second best oplossing niet meewerken. De bekende viroloog Thijs Kuiken (collega van Koopmans) brak onlangs nog maar weer eens een lans voor de inzet van dit bestaande vaccin. „Zo’n vaccin beperkt in elk geval de hoeveelheid virus die in omloop is”, stelt hij, „en daarmee ook het risico op verdere uitbraken én op gevaarlijke mutaties van het virus.’’ **)

Aantasting van welzijn is te groot
Ondertussen moeten de talrijke hobbypluimveehouders met hun kippetjes in de achtertuin maar afwachten of H5N1 langskomt of niet. Velen hebben in de afweging tussen dierenwelzijn en de risico’s op het gebied van diergezondheid al lang hun keuze gemaakt. De aantasting van het welzijn door het naleven van de afschermplicht is te groot. Kippen moet kunnen bewegen, scharrelen, foerageren. Langdurig opsluiten in een beperkte ruimte leidt tot stress, frustratie, verveling. Afschermen kan even, maar het moet geen weken duren, laat staan maanden. Hoe langer het duurt, hoe meer besmettingen zich voordoen bij goed beveiligde bedrijven, hoe minder de motivatie om met hekwerken, netten, plastic zeilen en linten de suggestie te wekken dat het virus buiten de deur kan worden gehouden.

Het is treurig dat het ministerie van LNV deze grote groep pluimveehouders op geen enkele wijze tegemoet komt. Dat er tot dusver geen initiatief is genomen om samen een plan te bedenken hoe om te gaan met vogelgriep in de achtertuin. Een plan waarin mensen vrij worden gelaten hun eigen keuzes te maken. Op basis van goede voorlichting. Alles beter dan een afschermplicht. Want daarvan weten we inmiddels: baat het niet, het schaadt in elk geval wel.

*) NRC 25 november 2022 - Marion Koopmans: ‘’Niemand weet wat er nou precies gebeurd is op die ground zero van de pandemie’’
**) NRC 24 november 2022 - ‘’Kippen hebben nog altijd geen griepprik gekregen. Een viroloog wil haast maken’’

Redactie Levende Have

Gerelateerd artikel:

Dossier

Aanbevolen door Levende Have

Dierenwelzijn, de wet en natuurlijk gedrag
Dierenwelzijn, de wet en natuurlijk gedrag €14,95

Bestellen? Klik hier
Schapen in de weiden van de lage landen
NIEUW! Schapen in de weiden van de lage landen  € 24.90

Bestellen? Klik hier

Cover dierenwelzijn de wet en onze democratie
 Dierenwelzijn,
 de wet en 
 onze democratie
 
Gratis te downloaden
 Klik hier