De regenworm speelt een cruciale rol in de bodemkwaliteit. Regenwormen zorgen ervoor dat regenwater gemakkelijk in de bodem kan infiltreren, dat de bodemstructuur onderhouden wordt en dat voedingsstoffen beschikbaar komen voor planten. En ze hebben meer nuttige functies. Ze verteren ook organisch materiaal, waardoor de graszode niet vervilt en de opbrengst stijgt.
In een gezonde bodem zit meer dan 4000 kilo bodemleven per hectare. Dat gewicht staat gelijk aan ruim 7 koeien. Eigenlijk leeft er dus meer fauna óndergronds dan bovengronds. Het bodemleven bestaat voor zo'n 15 procent uit regenwormen. Wormen leven al naar gelang hun soort boven in de bodem of juist meer in de diepte.
Er is ook een groep pendelaars: zij kunnen met hun verticale gangen tot 3 meter diepte dwars door de bodem heen krioelen. Zij zijn cruciaal voor de bodem om snel en veel water te kunnen infiltreren. In deze verticale wormengangen kunnen plantenwortels gemakkelijk hun weg vinden naar diepere bodemlagen. Pendelende regenwormen zijn uniek in deze functie. Een functie die met de klimaatverandering steeds belangrijker wordt. Een tekort leidt ertoe dat de ontwatering van gras- en bouwland veel slechter is en dat beworteling niet meer de diepte in gaat.
