
Om de invloed van wormen te kunnen begrijpen moeten we enig inzicht hebben in de bouw en functie van het maagdarmkanaal van schapen, geiten en runderen. Deze drie diersoorten zijn herkauwers. Ze vermalen het voedsel grof in de bek, laten het speeksel erop inwerken en verkleinen het vervolgens door herkauwen.
Ze beschikken over drie voormagen:
- pens
- netmaag
- boekmaag
Deze dienen als tussenopslag voor herkauwen; vertering door micro-organismen (bacteriën en protozoën).
Naarnaast hebben ze een lebmaag, vergelijkbaar met de maag van de mens. Hier vindt vertering plaats door maagzuur en enzymen.
Verder hebben ze drie darmen:
- dunne darm
- dikke darm
- endeldarm
In deze darmen worden voedingsstoffen opgenomen; slijmvliezen produceren verteringsenzymen en zorgen voor opname van voedingsstoffen in het bloed.