Over de herkomst van het Jacobschaap bestaan verschillende theorieën. Reeds in het oude Mesopotamië kwamen vierhoornige schapen voor, en ook bij de Nevajo-indianen in Amerika wordt van vierhoornige schapen melding gemaakt. In Engeland wordt het ras al eeuwenlang gehouden, voornamelijk op landgoederen. In de jaren 60 van de vorige eeuw was het aantal Jacobschapen sterk afgenomen, en werd het ras op de lijst van zeldzame huisdierrassen geplaatst. Inmiddels is het aantal dieren de laatste decennia weer sterk toegenomen. Ook in Nederland is het ras al tientallen jaren bekend.
Het Jacobschaap valt op door zijn fraai gevlekte tekening, en de soms indrukwekkende horens; 2, 4 of soms 6 in getal. De kleurverdeling behoort als volgt te zijn: zwarte vlekken rond ogen en neus, enkele grote vlekken in het halsgebied en wat kleinere vlekken in de achterhand. De horens zijn bij voorkeur zwart.
Het van nature wat schuwe ras is redelijk vruchtbaar, de ooien werpen meestal een tweeling, soms een drieling. Geboorteproblemen worden vrijwel nooit gezien. Hoewel het ras vrij sober gehouden kan worden dienen drachtige ooien in de winter bijgevoerd te worden.
Terug naar: