Op landbouwgronden komen nauwelijks zeldzame soorten voor. Het beperkte aantal bedreigde soorten - de akker- en weidevogels - gaat sterk in aantal achteruit en zal zonder ingrijpende maatregelen verdwijnen.
Ondanks honderden miljoenen euro's aan subsidies voor agrarisch natuurbeheer in de afgelopen decennia staat de natuur er op het Nederlandse platteland beroerd voor. Het heeft, kortom, allemaal niets geholpen. De meeste subsidies waren weggegooid geld. Onderzoeker David Kleijn van Alterra velt in zijn rapport ''De effectiviteit van agrarisch natuurbeheer'' een vernietigend oordeel. ''Per uitgegeven euro levert agrarisch natuurbeheer een achteruitgang in natuurwaarden op.''
Ingrijpende keuzes
Het rapport van Kleijn is een van de bouwstenen van het advies dat de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur in het voorjaar presenteert. Volgens Kleijn, die ruim tien jaar geleden ook al eens aan de bel trok over het gebrek aan een positief effect van agrarisch natuurbeheer, zullen er ingrijpende keuzes gemaakt moeten worden. ''Op dit moment zijn er weinig aanwijzingen dat Nederland in staat is te voldoen aan de door de Vogelrichtlijn opgelegde verplichting de instandhouding van in het wild levende vogelsoorten te garanderen. In het verleden zijn in vergelijkbare situaties al eerder met succes rechtszaken aangespannen tegen landen'', waarschuwt hij. Door zwaar in te zetten op effectief natuurbeheer, gericht op de meest kwetsbare boerenlandsoorten, zou Nederland dergelijke rechtszaken kunnen afwenden, aldus Kleijn.
Reservaatbeheer
Uit het rapport van Kleijn blijkt dat zogeheten reservaatbeheer effectiever is dan agrarisch natuurbeheer. Maatregelen moeten op een voldoende groot oppervlak worden uitgevoerd om te voorkomen dat er verdunning plaatsvindt door effecten van het omliggende intensieve landgebruik, aldus Kleijn. Veel reservaten hebben tot nu toe een te klein oppervlak. Ze zijn omringd door boerenland en ondervinden de gevolgen van een te lage grondwaterstand en een overdaad aan mest. Kleijn pleit voor de inrichting van kerngebieden: gebieden waar de randvoorwaarden al goed zijn of verbeterd kunnen worden en waar nog hoge aantallen van kwetsbare soorten voorkomen. Hij adviseert alleen nog gebieden voor subsidie in aanmerking te laten komen waar een positief effect te verwachten valt.
Landeigenaren in een kerngebied zullen betrokken moeten worden bij het beheer, aldus Kleijn. Hij pleit voor het vergroten van draagkracht van de lokale bevolking.
Redactie Levende Have