Organisaties van kleinschalige houders van dieren keren zich tegen het wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren over de invoering van een slachttaks. Het belangrijkste bezwaar betreft niet de slachttaks op zich, maar de tarieven die worden voorgesteld.
Bij het bepalen van de hoogte van de tarieven is volgens de organisaties geen rekening gehouden met het type houderij. Zo is het slachttarief voor een geit (€ 77,55) gebaseerd op de intensieve melkgeitenhouderij, terwijl het ook zou gaan gelden voor geiten die in kleinschalig verband (hobbyfokkerij) worden gehouden.
De PvdD voert aan dat de tarieven zijn gebaseerd op de ecologische voetafdruk van de dieren. De slachttaks zou moeten gaan gelden voor runderen (€340,63 per dier), varkens (€8,68), schapen (€16,32), geiten, paardachtigen (€455,80), en gevogelte ((€0,12). De hoogte van de bedragen kan ertoe leiden dat houders hun dieren niet meer laten slachten, stoppen met fokken en geen of veel minder dieren gaan houden. De organisaties van kleinschalige houders vrezen dat de gevolgen groot zijn. ''Dit voorstel betekent het einde van de kleinschalige houderij'', aldus het Platform Kleinschalige Schapen- en Geitenhouders, Stichting Zeldzame Huisdierrassen, fokkersclub Nederlands Landvarken, Vereniging Bonte Bentheimer Landvarken en de Nederlandse Belangenvereniging van Hobbydierhouders.
iets kopen bij bol.com? Klik hier en steun met je aankoop Levende Have
Bij de presentatie van het wetsvoorstel gaf indiener, Tweede Kamerlid Lammert van Raan te kennen dat het wetsvoorstel een eerlijker verdeling van lasten beoogt. Het gaat erom dat degenen die vlees eten, de werkelijke kosten daarvan niet langer afwentelen op de samenleving. Als de slachttaks werkelijkheid wordt, dan zou Nederland het eerste land ter wereld zijn dat een heffing op het slachten van dieren invoert. "Nederland is de tweede grootste exporteur van agrarische producten en houdt relatief heel veel dieren op een klein landoppervlak. Daardoor kampt ons land met een enorm stikstof-, mest- en klimaatprobleem. De maatschappelijke kosten daarvan, ongeveer €6 miljard per jaar, zijn nu niet in de consumentenprijs verwerkt en moeten uit publieke middelen betaald worden. Nederland is dus een logische plek dus voor deze primeur", aldus de Partij voor de Dieren.
Redactie Levende Have