Het doden van dieren is weliswaar een dagelijkse activiteit, maar geen moreel neutrale bezigheid, stellen Franck Meijboom (Universiteit Utrecht) en Elsbeth Stassen (Wageningen University) in het boek ''The end of animal life: a start for ethical debate. Ethical and societal considerations on killing animals''.
Consumenten en maatschappelijke organisaties maken zich vaak zorgen over het welzijn van het levende dier voordat het wordt geslacht. Anderen wijzen het doden van dieren af als het doel daarvan de productie van vlees is, of zij vinden het gebruik van proefdieren voor wetenschappelijk onderzoek verwerpelijk. Ook is er kritiek op het doden van dieren die niet bruikbaar zijn voor de fokkerij.
De auteurs gaan in het boek in op de pluriformiteit van zienswijzen over het leven en de dood van dieren. Zij laten met een overzicht van ethische uitgangspunten zien hoe morele vooronderstellingen over het doden van dieren bepalend zijn voor de diversiteit aan meningen. Na deze theoretische uitweidingen beschrijven zij de praktijk bij wildbeheer, visserij, viskwekerijen, dierexperimenten, de (intensieve) veehouderij en gezelschapsdieren. Het boek biedt iedereen die met dieren werkt, een handvat om ethisch en moreel goed overwogen besluiten nemen.
The end of animal life: a start for ethical debate. Ethical and societal considerations on killing animals. Franck Meijboom en Elsbeth Stassen. Wageningen Scientific Publishers 2016, 272 pagina’s, ISBN 978-90-8686-260-3.
Op de foto een Gottinger varken, veelgebruikt proefdier
Op de foto een Gottinger varken, veelgebruikt proefdier