Van de 1400 aanvragen voor graasdierpremies heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) er ruim duizend afgewezen. Ze voldeden niet aan de voorwaarden.
Graasdierpremies zijn bestemd voor schapen en runderen die worden gehouden op onder meer natuurterreinen. Willen houders hiervoor in aanmerking komen, dan wordt er gekeken of ze zelf grasland hebben waarop de dieren kunnen grazen. RVO gaat ervan uit dat schapen- en rundveehouders in dat geval al directe inkomenssteun ontvangen. Dit bedrag wordt afgetrokken van de graasdierpremie.
Andere afwijzingsgrond is dat de schapen- en rundveehouders zoveel dieren moeten hebben dat ze met hun aanvraag boven de duizend euro uitkomen. De premie bedraagt 24 euro per schaap en 160 euro per (zoog)koe. De drempel van duizend euro houdt in dat alleen houders die de dieren beroepsmatig houden, in aanmerking komen voor de graasdierpremie. Door deze voorwaarde werden 240 aanvragen afgewezen. Daarnaast voldeden 215 aanvragers niet aan de voorwaarde dat ze ''actieve landbouwer'' moeten zijn. De aanvragers die uiteindelijk wel voor een premie in aanmerking komen, bleken in een aantal gevallen hun I&R niet op orde te hebben. Zij krijgen alleen een premie voor dieren waarmee op het gebied van I&R niets aan de hand is.
Redactie Levende Have/Bron: RVO