De kosten voor de bestrijding van dierziekten bij hobbymatige houders van schapen, geiten, varkens, runderen en pluimvee komen voor rekening van de rijksoverheid. Dat blijkt uit de vaststelling van de begroting van het Diergezondheidsfonds voor 2014.
De nieuwe begroting betekent in dit opzicht geen verandering vergeleken met voorgaande jaren. Tot nu toe werden hobbydierhouders steeds ''vrijgehouden'' door de staat. Dit hield onder meer in dat houders van minder dan 25 schapen of geiten geen bijdrage hoefden te betalen aan het Diergezondheidsfonds. Of die aantallen hetzelfde blijven is afhankelijk van de manier waarop de inning van de gelden na de opheffing van de productschappen zal plaatshebben. Een alternatieve invulling van de afspraken over medefinanciering door de houders van dieren moet nog worden uitgewerkt.
Het budget voor het Diergezondheidsfonds gaat vanaf 2014 met 1,2 miljoen euro omhoog. Het jaarlijkse budget komt dan uit op 10,9 miljoen euro. De verhoging heeft te maken met de noodvoorraad vaccin tegen mond-en-klauwzeer. Er zijn twee nieuwe contracten gesloten voor de levering van MKZ vaccins. De beide producenten verzorgen een noodvoorraad van 8 stammen MKZ-vaccin met van elk 1,6 miljoen doses.
Van het totale budget wordt 4,2 miljoen euro uitgegeven aan de bewaking van dierziekten en 6,7 miljoen gereserveerd voor de bestrijding van dierziekten. De bewaking van dierziekten is onder meer nodig om voor Nederland de zogeheten vrij-status te behouden, zoals voor blauwtong. Maar er wordt ook € 900.000 uitgegeven aan het zogeheten tankmelkonderzoek naar Q-koorts.
Redactie Levende Have