Er is een groot verschil tussen gedomesticeerde kippen en wilde kippen. We weten veel over hoe wilde kippen veranderen in tamme kippen, maar weinig over wat er met kippen gebeurt als ze verwilderen. Veranderen dan hun genen? Dit laatste is nu onderzocht. Het blijkt dat bij het ene proces – van wild naar tam – andere genen in het spel zijn dan bij het omgekeerde proces – van tam naar wild.
De onderzoekers van de Linköping Universiteit kregen de kans deze processen met elkaar te vergelijken door twee tropische stormen op het eiland Kauai in Hawaii dertig jaar geleden. Op het eiland leeft een groep wilde kippen – Red Junglefowl – die door de storm in contact kwamen met tamme kippen. Deze tamme kippen hadden zich door de storm over het eiland verspreid. Dertig jaar na dato hebben de wilde kippen op het eiland de genen van zowel de Red Jungle fowl als de tamme kippen. Opmerkelijk is dat een van de kenmerken van de tamme hanen – grotere kammen – niet meer terug te vinden zijn. De kammen van de wilde kippen zijn allemaal kleiner dan die van de oorspronkelijke tamme kippen in de verwilderde populatie. De onderzoekers hadden verwacht dat vanwege de seksuele aantrekkingskracht van grote kammen, deze overgenomen zouden worden door de wilde kippen, maar dat blijkt dus niet het geval te zijn. De onderzoekers hebben gekeken welke genen door het verwilderen zijn veranderd. Daarbij zijn andere genen in het spel dan bij de domesticatie.
Bij eerder onderzoek is al vastgesteld dat de groep wilde Red Jungle Fowl op het Hawaiiaanse eiland van grote betekenis kan zijn voor het behoud van genetische diversiteit.
Redactie Levende Have/ Bron: Nature
