De Stichting Stadsvarkens in Ede kan het beste een coöperatie vormen en zich beperken tot vier varkens. Op die manier kan de kringloopgedachte in praktijk worden gebracht en het vlees worden verkocht.
Dat is het advies van de Wetenschapswinkel van Wageningen Universiteit. Het advies is opgesteld op verzoek van de Stichting Stadsvarkens om te kijken aan welke regels men zich moet houden. De stichting heeft vier varkens lopen op een bosperceel in Ede.
De vorming van een coöperatie maakt het mogelijk het vlees van de varkens af te zetten onder de leden. Hiermee is een groot deel van de wetgeving op voedselproductie niet meer van toepassing, omdat er geen sprake is van een markt, aldus de wetenschapswinkel.
Als het aantal varkens beperkt blijft tot vier, is de Stichting Stadsvarkens een RE-bedrijf, waar varkens worden gehouden voor recreatieve of educatieve doelen en uiteindelijk geslacht worden. Voor het educatieve doel volstaat een stichting, die zich zonder de ‘last’ van de uitvoering van een activiteit als varkenshouderij kan inzetten voor educatie, promotie en verruiming van wettelijke kaders.
Stichting Stadsvarkens wil de varkens voeren met reststromen, liefst van plaatselijke leveranciers. Nu bestaat het rantsoen uit groente en fruit, wei en bierbostel. De stichting wil weten of er ook aardappels, gras en eikels en kastanjes gevoerd kunnen worden.
De wetenschapswinkel maakt in het advies een onderscheid tussen:
a. Toegestaan
Lokale en primaire producten waarop geen verwerking is toegepast (zoals groente en fruit van de lokale groenteboer)
Aardappels (niet rauw voeren)
Peulvruchten
(Rijpe) eikels en kastanjes (tamme en paardekastanjes)
Gras
b. Toegestaan, mits gecertificeerd
Mengvoeders
Brijvoeders
Wei
Bierbostel
Producten waarbij een verwerking is toegepast (zoals brood en bakkerijproducten)
c. Nooit toegestaan
Keukenafval en etensresten van welke aard dan ook
Dierlijke bijproducten en afgeleide producten
Redactie Levende Have/Bron: rapport Stadsvarkens, schakel in een circulaire economie