In de Wet Dieren is een verbod opgenomen op het houden van dieren, tenzij het gaat om dieren die door de minister zijn aangewezen. Dit verbod is ingesteld om het welzijn van dieren te beschermen en het gevaar voor de mens te beperken. In het Besluit houders van dieren is bepaald dat het verbod alleen voor zoogdieren geldt. De lijst met aangewezen toegestane diersoorten wordt ook wel huis- en hobbydierenlijst of positieflijst genoemd.
Over de positieflijst of huis- en hobbydierenlijst is jarenlang gesteggeld. Bij de totstandkoming van een lijst - tegenwoordig heeft men het over een huis- en hobbydierenlijst - waren aanvankelijk talrijke partijen betrokken. ''Polderen'' bleek echter niet effectief in dit geval. Over het houden van dieren lopen de meningen sterk uiteen en de wetenschap bood lange tijd onvoldoende houvast om tot een verantwoorde lijst te komen. Ook emoties speelden een rol. Een positieflijst wordt door menigeen beschouwd als een inbreuk op de vrijheid van particulieren om hun eigen keuzes te maken. Bovendien gaat het bij het opstellen van een positieflijst niet alleen om het garanderen van dierenwelzijn, maar ook om het tegengaan van illegale handel. Kortom, een ingewikkelde mix van doelstellingen, opvattingen en belangen, waarbij een gebrek aan gezaghebbende kennis het wantrouwen in de kaart speelde.
Uiteindelijk is er in 2015 een positieflijst gepubliceerd, maar twee jaar later is na een gerechtelijke uitspraak besloten dat alles over moest. Na het opstellen van nieuwe beoordelingsmethode en toetsingskader (zie bijlage) moest er een beoordelingscommissie Huis- en Hobbydieren (BHH) de in Nederland gehouden zoogdiersoorten beoordelen. In totaal gaat het om een beoordeling van 260 soorten.
Op basis van deze risicobeoordeling, zo maakte minister Schouten bekend, zal worden besloten welke diersoorten in Nederland mogen worden gehouden. Daarbij wilde zij eveneens duidelijkheid geven of er mogelijkheden komen voor specialistische houders om diersoorten die niet op de positieflijst komen onder voorwaarden te kunnen houden, zo schreef ze op 12 november 2018 aan de Tweede Kamer.
Toetsingskader
In september 2019 is er een Advies toetsingskader positieflijst zoogdieren opgesteld en openbaar gemaakt, waarna een onafhankelijke beoordelingscommissie ruim 300 zoogdiersoorten heeft beoordeeld. Op de nieuwe positieflijst of huisdierenlijst (RVO spreekt nu over een huis- en hobbydierenlijst) komen eerst alleen nog zoogdieren te staan die wettelijk gehouden mogen worden. Later zijn de vogelsoorten, reptielen en amfibieën aan de beurt.
Begin 2022 is de beoordeling is klaar, maar op 15 april laat minister Staghouwer de Tweede Kamer weten dat er eerst nog een ''aantal zaken'' moet worden uitgezocht. Volgens hem zit het met de wetenschappelijke onderbouwing van de lijst wel goed, maar ''Ik realiseer mij dat het invoeren van de lijst grote gevolgen kan hebben voor houders van dieren en voor ondernemers. Ik wil de lijst zorgvuldig implementeren en ik vind het belangrijk om bij het publiceren van het advies zoveel mogelijk duidelijkheid te geven over de gevolgen van de invoering van de lijst,'' zo laat Staghouwer de Tweede Kamer weten. Zaken die nog moeten worden uitgezocht gaan over de vraag of er uitzonderingen op de lijst mogelijk en noodzakelijk zijn, overgangsregimes, de financiële gevolgen van de invoering ervan en het handhaven op de lijst. ''Ook ga ik in gesprek met brancheorganisaties en andere betrokken partijen over de lijst en de gevolgen van de invoering. Ik stuur u naar verwachting voor de zomer het advies van het college en mijn reactie hierop.''
Dertig zoogdiersoorten
Staghouwer houdt woord: de lijst wordt op 6 juli 2022 gepubliceerd. Met daarop dertig zoogdiersoorten die gehouden mogen worden. Op de lijst (zie hieronder en bijlage) staan de vertrouwde huis- en hobbydieren, zoals hond, kat, schaap, geit, varken, rund, paard, ezel, alpaca en lama, cavia, fret en konijn. Minder bekend, maar wel ''goedgekeurd'', zijn de dwergrenmuis, de grote Egyptische renmuis, de Chinese waterree, de bleke en de Algerijnse gerbil.
Niet op de lijst staan onder meer de dromedaris, het damhert, het Midden-Europees edelhert, de stokstaart en de wallaby/kangoeroe. Ook ontbreken hertachtigen en eekhoorns. Deze mogen dus in de toekomst niet meer worden gehouden. Dat heeft te maken met het gevaar voor de gezondheid en het welzijn van de dieren (b.v. wallaby/kangoeroe), risico op zeer ernstig letsel (b.v. moeflon, rendier, muntjak en sikahert), of zoönotisch risico (b.v. dromedaris).
Afrikaanse dwergrelmuis | Graphiurus murinus |
Algerijnse gerbil | Gerbillus nanus |
Alpaca | Vicugna pacos |
Bleke gerbil | Gerbillus perpallidus |
Bruine rat | Rattus norvegicus |
Bunzing | Mustela putorius |
Cavia | Cavia porcellus |
Chinese dwerghamster | Cricetulus barabensis / griseus / pseudogriseus |
Chinese waterree | Hydropotes inermis |
Dwergrenmuis | Gerbillus amoenus |
Ezel | Equus asinus |
Fret | Mustela putorius furo |
Geit | Capra aegagrus hircus |
Goudhamster | Mesocricetus auratus |
Grote Egyptische renmuis | Gerbillus pyramidum |
Harrington's gerbil | Taterillus harringtoni |
Hond | Canis lupus familiaris |
Huiskat | Felis silvestris catus |
Huismuis | Mus musculus |
Kameel | Camelus bactrianus |
Konijn | Oryctolagus cuniculus domesticus |
Lama | Lama glama |
Mongoolse gerbil | Meriones unguiculatus |
Noordafrikaanse renmuis | Gerbillus garamantis |
Paard | Equus caballus |
Rund | Bos taurus |
Schaap | Ovis aries |
Varken | Sus scrofa domesticus |
Waterbuffel | Bubalus arnee bubalis |
Woestijnslaapmuis | Eliomys melanurus |
Dieren die niet op deze lijst staan mogen na 1 januari 2024 (is doorgeschoven naar 1 juli 2024) nog wel worden gehouden als ze voor die datum zijn geboren. Je moet wel kunnen bewijzen dat je het dier al had. Je mag het dier dan houden tot het doodgaat.
Andibel
De stichting Platform Verantwoord Huisdierenbezit verwacht niet dat de beoordelingssystematiek houdbaar is. ''De voorgestelde systematiek voldoet niet aan de eisen die het Verdrag inzake de Werking van de Europese Unie en het Hof van Justitie stellen aan een positieflijst'', aldus de stichting PVH, die daarmee doelt op het zogeheten Andibel-arrest.
De stichting is eerder door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in het gelijk gesteld. De stichting had naar het oordeel van het CBb terecht bezwaar gemaakt tegen het besluit van het ministerie van LNV om de mazama, en de muntjak niet op de positieflijst te plaatsen. Volgens de jurist Kistenkas heeft het CBb echter een grote fout gemaakt door het zogeheten voorzorgbeginsel niet toe te passen. Als er niet genoeg wetenschappelijke kennis is over de gevolgen van het houden van bepaalde diersoorten, dan mag volgens Kistenkas toelating tot de lijst worden geweigerd.*)
Afwegingsmodel
Naast de vraag of het technisch mogelijk is een bepaalde diersoort te houden en in hoeverre het welzijn wordt aangetast, komt er ook steeds meer aandacht voor de ethische kant van dit vraagstuk. Daarbij speelt een toenemende aandacht voor de intrinsieke waarde van het dier een rol. Het Ethiek Instituut van de Universiteit van Utrecht heeft een project Rechtvaardiging voor het houden van dieren opgezet. Dit project heeft geresulteerd in een afwegingsmodel waarmee dierhouders en hun organisaties de discussie over het al dan niet houden van bepaalde diersoorten in goede banen kunnen leiden.
*) https://www.njb.nl/blogs/cbb-slaat-de-plank-volledig-mis-dierenbescherming-vs-vrij-verkeer/