Het aantal stoppende hobbyboeren houdt ongeveer gelijke tred met het aantal stoppende agrarische bedrijven. Dat valt af te leiden uit de cijfers van het Compendium voor de leefomgeving.
Uit de rapportage blijkt dat het percentage hobbyboeren de afgelopen jaren gelijk is gebleven: iets meer dan een kwart van de 67 duizend land- en tuinbouwbedrijven. De hoeveelheid landbouwgrond die door hobbyboeren in gebruik is, nam af: van 7 naar 6 %. Uit de cijfers kan worden geconcludeerd dat het aantal hobbyboeren ook is afgenomen.
De gegevens van het Compendium voor de leefomgeving zijn gebaseerd op landbouwtellingen. Particulieren met een paar schaapjes of een ezel hebben geen meldplicht voor de landbouwtelling en vallen dus niet in de categorie hobbyboer. Hobbyboeren zijn kleine bedrijven, dat wil zeggen een omvang tussen de 3.000 en 25.000 euro SO (Standaardopbrengst), te weinig op om van te bestaan. Het gaat vooral om oudere ondernemers en ondernemers die naast hun landbouwactiviteiten er een andere inkomstenbron bij hebben. Zo ontvangt een vijfde van deze hobbyboeren AOW.
Hobbyboeren in bijna alle provincies
Het aandeel kleine boeren is het laagst in de provincie Flevoland (5%). Het op een na laagste aandeel had de provincie Zuid-Holland (20%). Het hoogste aandeel kleine boeren is te vinden in de provincies Overijssel (32%), Gelderland (32%) en Drenthe (30%). Het hoogste aandeel landbouwgrond in gebruik bij hobbyboeren hebben de provincies Gelderland (9%), Overijssel (8%), Noord-Brabant (7%) en Limburg (7%). De hobbyboeren hebben 6% van de landbouwgrond in gebruik en zijn verantwoordelijk voor 1% van de Standaardopbrengst van de Nederlandse landbouw.
Veel grasland, schapen en paarden
In 2013 werd door de kleine boerenbedrijven 100.800 hectare landbouwgrond gebruikt. Dit was voor een belangrijk deel grasland (66%). Verder verbouwden de hobbyboeren veel groenvoedergewassen (19%) en akkerbouwgewassen (15%). Hobbyboeren zijn nauwelijks actief in de tuinbouw. Op de kleine boerenbedrijven lopen naar verhouding veel schapen en paarden rond. In 2013 ging het om 24% van alle schapen en 46% van alle paarden op Nederlandse landbouwbedrijven.
Redactie Levende Have
Eerdere berichten:
Comments
Dit bericht schept nogal wat verwarring. Een hobbyboer volgens deze definitie is dus een boer die er financieel niet van kan rondkomen. Blijkbaar wil hij dat wel. Een nogal negatieve definitie. Er zijn talloze hobbyboeren of moet ik nu zeggen "hobbydierhouders" die er plezier in scheppen om boerderijdieren te houden en er vaak geld op toeleggen. Er is geen enkele indicatie dat het aantal van deze hobbyboeren aan het afnemen is. De indruk bestaat dat deze categorie juist aan het toenemen is.
Juist , in die zin is elke boer een hobby boer , kijk maar eens naar de hoge inkomsten steun , eerder toeslagrechten genoemd . Zonder deze steun zouden er maar weinig wat men noemt boeren bedrijven overblijven en zou dit Lijsje er heel anders uitzien .