Zolvix, het enkele jaren geleden gepresenteerde alternatief voor de behandeling van worminfecties bij schapen en geiten, blijkt onvoldoende effect te hebben bij een besmetting met de rode lebmaagworm.
Nadat zich al in 2013 in Nieuw Zeeland de eerste gevallen van resistentie voordeden bij geiten, komen nu ook uit Nederland signalen dat het middel niet goed werkt. Op één en mogelijk twee schapenbedrijven blijkt sprake van resistentie voor het bestanddeeel monepantel. De parasiet Haemonchus contortus (die bloedarmoede veroorzaakt) kan een behandeling met Zolvix overleven. Dit heeft de GD bekend gemaakt.
De GD vindt de resistentie opmerkelijk omdat het middel pas sinds 2011 op de markt is. ''Het is in dit stadium nog niet duidelijk hoe resistentie is ontstaan, waarom dit zo snel optreedt en wat de consequenties daarvan zijn'', aldus de GD.
Eerder was al gebleken dat de rode lebmaagworm resistent is tegen het middel moxidectine, de werkzame stof van het middel Cydectin.
De GD adviseert:
- Laat mestonderzoek doen bij lammeren om te weten wat de maagdarmwormsituatie is.
- Controleer tien tot veertien dagen na een behandeling of de behandeling ook goed heeft gewerkt;
- Laat in ieder geval mestonderzoek doen als je de afgelopen jaren meerdere keren monepantel hebt gebruikt als ontwormingsmiddel.
- Neem contact op met GD Veekijker Kleine Herkauwers als bij dat mestonderzoek grotere aantallen wormeieren worden gevonden dan u had verwacht.
Redactie Levende Have
Dossier