Een uitbraak van Q-koorts blijft mogelijk aangezien niet alle professionele en publieksbedrijven hun geiten en schapen jaarlijks vaccineren. Controles van de NVWA blijven nodig om houders van deze dieren erop te wijzen dat ze ingeënt moeten worden tegen de zoönose Q-koorts.
De vaccinatiediscipline laat te wensen over. De houders geven zelf aan dat ze niet goed op de hoogte zijn van de wettelijke regels, maar dat lijkt onwaarschijnlijk. Vaccineren tegen Q-koorts is al sinds 2009 verplicht. Tussen de 50.000 en 100.000 mensen raakten tijdens een grote uitbraak tussen 2007 en 2010 besmet. Duizenden mensen werden ziek (acute Q-koorts) en meer dan honderd stierven. Het RIVM maakt jaarlijks melding van nieuwe Q-koortspatiënten, de laatste jaren variërend tussen 5 en 28. De bacterie is dus niet weg en kan onder niet-gevaccineerde dieren zomaar weer een ernstig risico vormen voor de volksgezondheid.
De NVWA voert zogeheten risicogerichte controles uit, bij bedrijven, kinderboerderijen en zorgboerderijen waarvan een vermoeden bestaat dat ze hun dieren niet hebben ingeënt. Dit vermoeden is doorgaans gebaseerd op ervaringen uit het verleden of op signalen die bij de NVWA binnenkomen. Van de 38 onderzochte professionele bedrijven in 2022 hadden er 23 hun dieren niet ingeënt. Van de 36 onderzochte publieksbedrijven (waaronder kinderboerderijen, zorgboerderijen en andere bedrijven die publiek toelaten) hadden er ook 23 hun dieren niet gevaccineerd. Daarnaast werden er andere overtredingen vastgesteld, zoals het niet-registreren van vaccinaties. In totaal zijn 40 schriftelijke waarschuwingen afgegeven en 32 rapporten van bevindingen opgemaakt.
Redactie Levende Have
