Uit een onderzoek onder Shetlandpony’s is gebleken dat de genetische factor die bij staart- en maneneczeem (SME) een rol speelt, groot genoeg is om de ziekte via fokselectie deels uit te bannen.
SME ofwel zomereczeem
is het gevolg van een allergische reactie op de beet van de knut, een Culicoides-mug. De jeuk die daarbij ontstaat kan dermate erg zijn, dat paarden en pony’s hun staart en manen tot bloedens toe afschuren. Een effectieve behandeling is er nog niet. Het paard op stal houden of een deken omdoen is eigenlijk de enige optie, maar dat is geen oplossing voor het probleem.
Ir. Anouk Schurink van de leerstoelgroep Fokkerij en Genetica aan de Wageningen UR deed onderzoek naar staart- en maneneczeem bij Shetlandpony’s. Ongeveer 10 procent van de Shetlanders blijkt symptomen van de ziekte te vertonen. Hun gevoeligheid voor SME hangt voor een belangrijk deel af van hun genen, stelde Schurink vast: “Mijn onderzoek laat zien dat de gevoeligheid bij Shetlandpony’s voor staart- en maneneczeem voor 24 procent wordt veroorzaakt door erfelijke factoren, en dat fokkers er dus voor kunnen zorgen dat de staart- en maneneczeem minder voorkomt.”
Schurink onderzoekt ook de erfelijke factoren voor de zomereczeem-gevoeligheid bij Friese paarden. Zo’n 20 procent van de Friesen lijdt aan de ziekte. De resultaten van dit onderzoek verschijnen binnenkort.
(Bron: Wageningen UR, 18/09/08)
Meer over SME op deze site:
-
Magazine Archief artikel over onderzoek naar SME
