Het aantal schapenhouders in Nederland dat een wolf op bezoek heeft gehad, is drastisch afgenomen. In het eerste kwartaal meldden zes schapenhouders schade die aantoonbaar in verband kon worden gebracht met een wolf. Dat zijn er aanzienlijk minder dan de twintig gevallen uit het eerste kwartaal van 2018.
Dit blijkt uit de cijfers die door BIJ12 worden bijgehouden. In het eerste kwartaal van 2019 kregen schapenhouders uit Drenthe en Overijssel een wolf op bezoek. Het gaat om houders uit Hooghalen, Lemerveld, Holten, Heino, Damsholte, Beerzerveld. Vijf schapenhouders kregen een schadevergoeding voor in totaal 27 schapen. Van één schapenhouder moet de schade nog worden vastgesteld. In het eerste kwartaal van 2018 werd de schade aan in totaal 54 schapen vergoed.
Iets kopen bij bol.com? Klik hier en steun met je aankoop Levende Have
De afname van het aantal schapen dat de dupe is van een bezoek van de wolf, ligt in de lijn der verwachtingen. Wolvenkenners hebben er al eerder op gewezen dat het vooral de zwervende wolven zijn die schade aanrichten onder schapen. Naarmate wolven zich meer gaan vestigen zullen ze bewoonde gebieden gaan mijden en zich te goed doen aan jonge wilde dieren. In de periode van 1 februari tot en met 1 mei 2019 waren er in totaal zes wolven in Nederland. De wolf GW893m heeft in januari 4 schapen in Heino en Damsholte doodgebeten. Deze wolf bevindt zich nu op de Veluwe, in gezelschap van een vrouwtje.
Afschieten heeft weinig zin
Een modelstudie van twee studenten van Wageningen Universiteit heeft uitgewezen dat het afschieten van wolven weinig zinvol is. Voor elke afgeschoten wolf komt er eentje uit Duitsland weer in de plaats. Bovendien slaan wolven door ze te bejagen op de vlucht, waardoor de kans toeneemt dat ze zich vergrijpen aan een schaap.
Redactie Levende Have/Bron: Bij12 en Resource.nl