Landelijk kennisnetwerk van houders van boerderijdieren

Naar een ''dier-inclusievere'' rechtsstaat

Ingediend door jinke op 15 januari 2023 - 10:32
Janneke Vink

De belangen van dieren zijn in onze rechtsstaat gekoppeld aan die van mensen, ook al is hun intrinsieke waarde *) wettelijk vastgelegd. Dat dieren een op zichzelf staande waarde hebben, moet nog worden uitgewerkt: niet alleen in rechtsnormen, maar ook in de instituten van de democratische rechtsstaat. Die moet ''dier-inclusiever'' worden, stelt Janneke Vink.

Mr. dr Janneke Vink is een van de weinigen in Nederland die zich volledig heeft toegelegd op het recht van dieren. Zij is mede-oprichter van de Nederlandse Vereniging voor Dierenrecht. Haar vakgebied krijgt steeds meer aandacht, van studenten, dierenwelzijnsorganisaties en overheid. Zo leverde Janneke vorig jaar een bijdrage aan de zogeheten Vaarkamplezing, georganiseerd door de Raad voor Dierenaangelegenheden. Haar lezing ''Het recht in het Antropoceen: kan het recht dieren houvast bieden?'' is onlangs gepubliceerd (zie bijlage).

Vink betoogt dat het nog een heel karwei is om dieren als volwaardige leden in de rechtsstaat in te passen. ''De erkenning van de intrinsieke waarde van het dier stelt de democratische rechtsstaat op ongekende wijze op de proef'', benadrukt ze. Ze schetst wat daarbij allemaal komt kijken: echt erkennen dat dieren ertoe doen om zichzelf, echt hun belangen eerlijk afwegen tegen die van de mens - dat vereist vereist wel wat meer dan het herschrijven van een paar rechtsnormen, aldus Vink. Het staatsmodel zal een plek moeten bieden aan belangen die niet direct menselijk zijn. Dat is iets geheel nieuws in een democratische rechtsstaat waarin alle wetgeving uitsluitend de mens dient. Maar willen we het niet-menselijke dier echt beschermen, dan, zegt ze, ''zullen wij moeten afkicken van ons antropocentrisme: ons mens-centrale denken. Dat geldt dan niet alleen voor het morele denken, maar ook voor het institutioneel inregelen van onze staat. De instituten van de democratische rechtsstaat moeten dan in de basis dier-inclusiever worden.''


''De erkenning van de intrinsieke waarde van het dier stelt de democratische rechtsstaat op ongekende wijze op de proef''


Dieren zijn nooit gekend in het wetgevingsproces, stelt Vink vast. Voor zover hun rechten een wettelijke grondslag hebben, is het vooral het menselijk belang dat de doorslag geeft. Dat is te merken in de rechtspraktijk. Vink: ''Dieren kunnen niet zelf naar de rechtbank om handhaving van de wetgeving af te dwingen die hún belang zou moeten dienen, zoals u wel kunt met een onterechte verkeersboete. Dieren zijn primair afhankelijk van een perfect functionerend handhavingsapparaat en secundair van NGO’s (‘dierenclubs’) die hun belangen in de rechtszaal vertegenwoordigen. Maar die NGO’s zijn op hun beurt afhankelijk van vrijwillige giften, die niet toereikend zijn om voor ieder dier recht op te eisen in de rechtszaal.''

Toch mag het vandaag de dag, aldus Vink, niet meer zo zijn dat rechtvaardigheid alleen is weggelegd voor de mens. ''Als wij vinden, zoals wij hebben vastgesteld in 1981, dat het dier intrinsieke waarde heeft en juridisch beschermwaardig is, dan moeten wij zorgen dat de instituten die bescherming linksom of rechtsom faciliteren. De filosoof Karl Popper stelde al dat als wij van oordeel zijn dat de instituten niet functioneren, wij niet boos moeten zijn op de instituten, maar op onszelf. Wij zijn de makers, de hoeders, de reparateurs van de democratisch-rechtsstatelijke instituten. De instituten kunnen zichzelf niet repareren. Als zij niet functioneren zoals wij willen, moeten wij onze schouders eronder zetten en de problemen oplossen. Wij zullen moeten nadenken over instituten die ook voor niet-menselijke dieren werken en dat betekent dat wij uiteindelijk ook het recht fundamenteel zullen moeten ‘omkneden’. Alleen dan zullen ook dieren uiteindelijk houvast kunnen vinden in het recht.''

Deze maand is de Nederlandse vertaling verschenen van het proefschrift van Janneke Vink: De open samenleving en haar dieren.

Redactie Levende Have

*) De intrinsieke waarde van het dier is vastgelegd in de Wet Dieren, artikel 1.3.  Onder de erkenning van de intrinsieke waarde wordt verstaan de ''erkenning van de eigen waarde van dieren, zijnde wezens met gevoel.'' Die erkenning houdt in dat bij het stellen van regels en het nemen van op die regels gebaseerde besluiten, ''ten volle'' rekening wordt gehouden met de gevolgen die deze regels of besluiten hebben voor deze intrinsieke waarde van het dier, ''onverminderd andere gerechtvaardigde belangen.'' Verder stelt het wetsartikel dat iedere inbreuk op de integriteit of het welzijn van dieren wordt voorkomen en dat de zorg die de dieren redelijkerwijs behoeven is verzekerd. Dat lijkt vergaand, ware het niet dat er een kanttekening wordt gemaakt, namelijk dat de inbreuk op de integriteit of het welzijn ''redelijkerwijs noodzakelijk'' kan zijn. Alles wat verder gaat dan ''redelijkerwijs noodzakelijk'' dient te worden voorkomen. Deze formulering vloeit voort uit de wijze waarop dieren in onze samenleving worden gebruikt.

Dossier

Aanbevolen door Levende Have

Dierenwelzijn, de wet en natuurlijk gedrag
NIEUW! Dierenwelzijn, de wet en natuurlijk gedrag €14,95

Bestellen? Klik hier
Schapen in de weiden van de lage landen
NIEUW! Schapen in de weiden van de lage landen  € 24.90

Bestellen? Klik hier

 

Bezoek ook onze Boekenpagina, klik hier