Onder bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat bij een schaap met haemonchose geen eitjes zijn terug te vinden in de mest. De Gezondheidsdienst voor dieren waarschuwt hiervoor, nadat bij een aantal schapen haemonchose is vastgesteld, zonder dat dit door mestonderzoek aan het licht was gekomen.
De Gezondheidsdienst voor Dieren adviseert dan ook om bij een vermoeden van haemonchose of rode lebmaagworm niet alleen af te gaan op mestonderzoek, maar ook te kijken naar fysieke verschijnselen van bloedarmoede, zoals witte slijmvliezen van het oog.
Iets kopen bij bol.com? Klik hier en steun met je aankoop Levende Have
Bijzondere omstandigheden doen zich voor als het na een lange periode van droogte ineens gaat regenen. Larven van de H. contortus zijn redelijk bestand tegen uitdroging en kunnen in droge periodes enkele maanden overleven op het land of in mest, aldus de GD. Na een aantal dagen regen worden deze larven massaal opgenomen door grazende lammeren en schapen. Jonge larven kunnen op een of andere manier volwassen larven uit het schaap verdrijven, waardoor er tijdelijk geen ei-uitscheiding plaatsvindt.
Redactie Levende Have
Lees ook dierenwiki over haemonchose
