Er bestaan volledig kale varkensrassen en meer behaarde rassen, variërend van een vacht met een enkel opstaand haartje tot een dikke krulvacht. Deels wordt het al dan niet behaard zijn bepaald door het klimaat in het land van herkomst van het varken (hoe kouder, hoe meer haar), deels door doorfok in de professionele varkenshouderij richting steeds ‘blotere’ varkens. De meeste hobbyvarkens hebben wel enige mate van beharing.
Haaruitval kan een teken van ziekte of een Huidproblemen bij varkens
zijn, maar heeft meestal te maken met de wisseling der seizoenen. Winterhaar is langer en dikker dan zomerhaar. Hobbyvarkens die jaarrond naar buiten kunnen – in de wei of in de uitloop – krijgen bovendien een ondervacht die ze extra beschermt tegen de kou. Aan het eind van het voorjaar verliest een varken zijn haar, in de zomer is hij min of meer kaal, in de herfst groeit het haar weer aan en in de winter heeft hij zijn natuurlijke winterjas weer aan. De verharing begint bij de kop en eindigt bij de kont.
In de ruiperiode kunnen er plaatselijk volledig kale plekken te zien zijn. Daardoor valt een schilferige varkenshuid extra op.
Gerelateerde onderwerpen:
Terug naar: