Kopziekte wordt bij schapen veroorzaakt door een tekort aan magnesium. Kopziekte kan bij schapen zowel in de stalperiode alsook in de weideperiode optreden. De symptomen van kopziekte zijn:
- verminderde voeropname,
- afzonderen van het koppel,
- stijve en trage gang en
- zenuwverschijnselen.
Bij dieren met hersenverschijnselen is het verloop meestal zo snel dat een behandeling vaak te laat komt. In de regel worden de symptomen enkele weken na het aflammeren, tijdens de top van de lactatie (3-6 weken na het aflammeren), gezien.
De magnesiumvoorziening kan worden gecontroleerd door het bepalen van het gehalte in urine, bloed of door in een analyse van het voer de gehaltes aan magnesium en kalium te bepalen.
Behandeling
Aangedane schapen dienen met calcium-magnesium te worden behandeld. Wanneer het probleem is aangetoond kunnen verdere gevolgen worden voorkomen door het supplementeren van magnesium aan het voer of het drinkwater. Aan het rantsoen kan magnesium worden toegevoegd in de vorm van een magnesiumrijke brok, in de vorm van een mineralenmengsel of in de weideperiode door het gras te bestuiven met magnesiumoxide (30 kg MgO per hectare). Magnesium wordt vaak als onsmakelijk ervaren door dieren en zodoende moet worden opgelet dat het aangeboden magnesium wel wordt opgenomen.
In koppels waarin kopziekte voorkomt, moet elke vorm van stress worden vermeden.
Terug naar:
