
Schapen zijn herkauwende hoefdieren die behoren tot het geslacht Ovis, waartoe ook de moeflon en het dikhoornschaap behoren. De in het wild levende soorten hebben zich vanuit de berglanden in Midden-Azie verspreid over Zuid-Europa, Noord-Afrika en het westen van Noord-Amerika.
Samen met de geiten behoren de schapen tot de onderfamilie Caprinea van de familie Holhoornigen of runderachtigen (Bovidae). Schapen hebben in tegenstelling tot geiten geen stinkklieren en geen sik. Alle Europese en Aziatische schapen worden door sommige zoölogen beschouwd als geografische vormen van een enkele soort, de Ovis ammon.
Schapen zijn sinds circa 7500 v. Chr. gedomesticeerd in het Midden-Oosten. In Nederland en België verschenen rond 5000 v. Chr. de eerste schapen. Ze werden en worden nog steeds gehouden voor de wol, het vlees, de mest en de melk. Daarnaast dienen schapen voor landschapsonderhoud op dijken en heidevelden. In Nederland komen nog een paar grote kuddes voor.
Terug naar: