Landelijk kennisnetwerk van houders van boerderijdieren

Bergschaap

Bergschaap
Hoornloos, lange oren, aanhankelijk, rustig, prachtige wol, het hele jaar door lammeren, lammert makkelijk af – het Bergschaap kent vele voordelen. Echt een natuurras ook. Laat slachtrijp, pas op de leeftijd van twaalf maanden.
 
Bergschapen komen oorspronkelijk uit de Alpen, waar ze dankzij hun grote aanpassingsvermogen, sterke poten en harde klauwen tot op grote hoogten konden grazen en gebieden bereiken die voor runderen ontoegankelijk zijn. Ze hebben een klimvermogen waar menige geit jaloers op zou zijn. Door hun dikke vacht zijn ze bovendien goed bestand tegen barre weersomstandigheden. En ze leveren meer op dan een geit: hoewel het geen echte vleesschapen zijn, komen er toch aardig wat koteletten vanaf en hun wol laat zich uitstekend vervilten tot de bekende Tiroler hoedjes.

Schapenboek

Ondanks hun bijzondere kwaliteiten waren de Bergschapen rond 1980 bijna uitgestorven. Tegenwoordig staat het witte Bergschaap er weer wat beter voor, maar de bruine variant verkeert in de gevarenzone. Het Oostenrijkse instituut voor zeldzame rassen stelt vast dat het vooral hobbyisten zijn die op het moment belangstelling tonen voor de Bergschapen. Daardoor is het aantal dieren redelijk stabiel tot licht stijgend. Het instituut wil nu dat alle bloedlijnen op z’n minst bewaard blijven en dat de Bergschapen ook weer in hun oorspronkelijke habitat worden ingezet.
 

Oostenrijk heeft echter, zo blijkt uit diverse bronnen, niet de Europese regie over het Bergschaap. Waar men in Oostenrijk onderscheid maakt tussen het Witte Bergschaap (kruising van de inmiddels uitgestorven Hongaarse Zaupel, het Tiroler Steenschaap en Bergamasker Schaap) en de iets kleinere Bruine en Zwarte Bergschapen, daar wordt in Duitsland, waar nogal wat dieren terecht zijn gekomen, ook het bonte Bergschaap als zelfstandig ras beschouwd. Het Duitse Witte Bergschaap is bovendien kleiner dan haar Oostenrijkse rasgenoot en heeft wat fijnere wol. Duitsland telt inmiddels zo’n 2600 bergschapen. Dat waren er vijftien jaar geleden nog minder dan duizend.
 
Diversiteit Bergschapen
Verspreid over de wereld komen tientallen bergrassen voor. Het Oostenrijkse Fokkerijgenootschap voor Schapen en Geiten maakt onderscheid tussen:
 
Wit Bergschaap (ook wel Tiroler Bergschaap genoemd): hoornloos, onbewolde, smalle kop met ramsneus, lange, brede, naar beneden hangende oren, sterke poten, stevige klauwen, witte, middelfijne wol met zijdeglans, hoge vruchtbaarheid, rammen 90 tot 120 kilo, ooien 75 tot 85 kilo, bronst niet seizoensgebonden, hoge levensverwachting, vroeg rijp (8 maanden), zeer goede moedereigenschappen, wol 15 tot 20 cm, 3 tot 4 kilo wol per scheerbeurt. 
 
Bruin Bergschaap: hoornloos, smalle kop met ramsneus, brede hangoren, cognackleurige tot donkerbruine wol, twee maal per jaar scheren, hoge vruchtbaarheid, bronst niet seizoensgebonden, hoge levensverwachting, vroeg rijp (8 maanden), goede moedereigenschappen, rammen 75 tot 110 kilo, ooien 55 tot 70 kilo, 4 tot 8 kilo wol, wol 15 tot 20 cm. 
 
Zwartbruin Bergschaap: hoornloos, smalle kop met ramsneus, lange, brede hangoren, robuust en temperamentvol, zwarte of bruine wol met zijdeglans, hele jaar bronstig, vroeg rijp, hoge vruchtbaarheid, goede moedereigenschappen, rammen 80 tot 120 kilo, ooien 65 tot 90 kg, 4 kg wol met ‘’Merinokwaliteit’’. 
 
Kärntner Brilschaap: kruising oud Landsschaap, Bergamasker en Paduaner schaap, sterk, lange poten, hangoren, witte wol, rammen 80 tot 100 kilo, ooien 60 tot 75 kg, 4 tot 5 kg wol per jaar. Bronst niet seizoensgebonden. Robuust, zelfredzaam, weersbestendig. Kan gedurende vorstperiode aflammeren. 
 
Tiroler Steinschaf: oudste Tiroler schapenras. Geheel wit, of grijs met zwarte kop, geen hangoren, horens, ram 100 tot 140 kg, ooien 80 tot 120 kg, 4 tot 5 kg wol per jaar. Goed bestand tegen regen en sneeuw, zeer vruchtbaar. 
 
Walliser Schwarznase: zwarte kop met krachtige ramsneus, lange oren, schroefvormige horens, witte wol met haren, zwart gevlekte poten, laat rijp, robuust schaap, bronst niet seizoensgebonden, witte wol, 7 tot 8 cm, twee keer per jaar scheren, ooien 70 tot 90 kilo, rammen 80 tot 120 kilo, wol 3 tot 4,5 kilo.
 
Montafoner Steenschaap: klein schaap, dunne poten, hoornloos en gehoornd, gemengde wol, bronst niet seizoensgebonden, goede vruchtbaarheid, vroegrijp, ooien 35 tot 50 kilo, rammen 55 tot 65 kilo. Hoge weerstand en zelfredzaam. Wol meestal wit, maar ook zwart, grijs en bruin. 
 
Juraschaap: hoornloos, middelgroot robuust schaap, beige tot zwarte wol met ‘’Merionokwaliteit’’, temperamentvol vleesschaap, bronst niet seizoensgebonden, hoge vruchtbaarheid, ooien 65 tot 90 kilo, rammen 80 tot 120 kilo. Wolopbrengst 3,5 kilo per scheerbeurt. 
 
Alpine Steenschaap: klein tot middelgroot bergschaap, dunne, sterke benen, harde klauwen. Robuust en lange levensduur. Goed moederinstinct, goed bestand tegen regen en sneeuw. Ooien en rammen hebben horens. Wol in alle kleuren, ook op kop en poten. Bronst niet seizoensgebonden. Rammen 55 tot 65 kg, ooien 40 tot 50 kg. Wolopbrengst 3 tot 3,5 kg. 
 
(Bron: Schafrassen in den Alpen, Bayerisches Landesanstalt fϋr Landeswirtschaft, Antje Feldmann, Ursula Bietzker en Christian Mendel)

Terug naar:

Aanbevolen door Levende Have

Dierenwelzijn, de wet en natuurlijk gedrag
Dierenwelzijn, de wet en natuurlijk gedrag €14,95

Bestellen? Klik hier
Schapen in de weiden van de lage landen
NIEUW! Schapen in de weiden van de lage landen  € 24.90

Bestellen? Klik hier

Cover dierenwelzijn de wet en onze democratie
 Dierenwelzijn,
 de wet en 
 onze democratie
 
Gratis te downloaden
 Klik hier