
Vrouwelijke runderen hebben bij hun geboorte een half miljoen eicellen ter beschikking. Ze worden geslachtsrijp als ze zo’n acht maanden tot een jaar oud zijn. Vanaf dat moment worden ze om de drie weken vruchtbaar oftewel tochtig. De eisprong van één of enkele eitjes vindt aan het eind van deze periode plaats.
Een natuurlijke dekking door de stier duurt niet lang; een minuutje of twee. Bij commercieel gehouden koeien wordt in de regel kunstmatige inseminatie toegepast, en ook bij hobbymatig gehouden koeien gebeurt dit veelvuldig.
Na de bevruchting volgt een draagtijd van negen maanden (bij sommige rassen iets langer dan wel iets korter), waarin de bevruchte eicel zich ontwikkelt tot een levensvatbaar kalf.
Tijdens de dracht ligt het kalf op zijn zij in de baarmoeder van de koe. Tijdens de geboorte wordt het jonge dier gedraaid naar buikligging, zodat het met gestrekte voorpootjes (kopligging) dan wel achterpootjes (stuitligging) geboren wordt. Het hele geboorteproces duurt enkele uren.
Meer over de voortplanting van runderen:
- Tochtigheid bij koeien
- Dekking bij koeien
- Kunstmatige inseminatie bij koeien
- Dracht bij koeien
- Geboorte van een kalf
- Kalf bij de koe
- Zoogperiode
Terug naar: