Landelijk kennisnetwerk van houders van boerderijdieren

Parasieten bij runderen

Koe met jeuk

Runderen kunnen last hebben van vele soorten parasieten en insecten: luizen, schurftmijt, schimmels, horzels,dazen, vliegen, knutten en teken. Vooral knutten en teken zijn door de klimaatverandering in opkomst. De Gezondheidsdienst voor Dieren adviseert:

''Ter preventie is het van belang om contact met teken zoveel mogelijk te voorkomen. Dit kan door het mijden van bepaalde weidepercelen in de risicomaanden (periode mei - september) en het extra aandacht schenken aan de aanwezigheid van teken op het dier.''

Luizen: vooral kalveren en pinken kunnen last hebben van luizen. Er zijn bijtende en bloedzuigende luizen. Ze veroorzaken jeuk, groeivertraging en huidbeschadiging, wat nadelig is voor het welzijn. De bloedzuigende luizen veroorzaken soms bloedarmoede.

Ook schurftmijt komt voor bij runderen. Er zijn drie verschillende soorten schurftmijten. Psoroptes-schurft veroorzaakt met name op schoft en rug ronde en ovale plekken met korsten van huid/haar en ingedroogd (barnsteenkleurig) vocht. Het geeft kale plekken en een verdikte huid.  De plekken bloeden snel. De huidaantasting gaat vaak ten koste van de groei. Chorioptes-schurft geeft ronde plekken op staart, in de koekoeksgaten en op de (ophangbanden van de) uier. De schurftplekken geven veel jeuk. Er kan speenbeschadiging ontstaan waardoor de kans op mastitis toeneemt. Sarcoptes-schurft geeft vooral schurftplekken op de kop. De mijt heeft weinig overlevingskansen buiten de koe. Scheren bij opstallen verkleint het risico van schurftmijt en huidschimmel. Schurftmijt is goed te behandelen met speciale middelen.

Runderen met huidschimmel hebben ringvormige plekken, vooral op de kop (rond ogen) in de hals en soms over de gehele romp. Jongvee wordt hierdoor het meest getroffen. Dieren bouwen na een infectie weerstand op tegen huidschimmel. Huidschimmel is een zoönose. Door contact met besmette dieren kunnen ook mensen besmet raken. Dit geeft plekken op de huid met een heftig rode rand en gaat gepaard met jeuk.

De runderhorzel ziet er uit als een harige bij. In de zomer legt het insect eieren op de haren van het rund. Daaruit komen larven die zich door de huid naar binnen boren. In de periode januari-juni ontstaan de typische onderhuidse bulten op de rug van het rund. De volwassen horzels veroorzaken een blinde paniek bij runderen. Indien men goed oplet tijdens die paniek kan men een volwassen horzel ontdekken. Nederland is sinds 1980 vrij van de runderhorzel. Zo nu en dan worden er bulten gezien bij geïmporteerd vee en op bedrijven in de grensstreek met België en Duitsland. Ziet u de runderhorzel, meld dit dan aan GD zodat snel maatregelen kunnen worden genomen om verspreiding te voorkomen. De bestrijding van de runderhorzel richt zich op het doden van de migrerende larven.

Dazen of paardenvliegen zijn breedgebouwde, snelle roofvliegen met grote ogen. Vooral de wijfjes zijn bloeddorstig en zuigen bloed bij grote zoogdieren en soms ook bij de mens. De larven leven in vochtige grond en leven vooral van rottende planten. Dazen kunnen veel onrust bij het vee veroorzaken en hun beten bloeden lang. Deze wonden kunnen weer andere insecten aantrekken. Dazen zijn lastig te bestrijden.

De zomerwrangvlieg (hydrotea irritans) brengt de veroorzaker van zomerwrang over, een vorm van uierontsteking bij niet-melkgevende runderen zoals droge koeien, pinken en kalveren. Dit probleem speelt vooral op zandgronden met houtwallen. Op veengronden komt zomerwrang minder voor en op klei nauwelijks. Dieren met zomerwrang hebben koorts, zijn suf, krijgen een dik kwartier en raken verzwakt. Het aangetaste kwartier is meestal voorgoed voor de melkproductie verloren.

De kleine steekvlieg (haemotobia irritans) leeft van bloed. Als de kleine steekvlieg in een zwerm op de rug en flank van een rustig grazend rund neerstrijkt, is de irritatie groot. De vele steekwondjes kunnen tot ontstekingen leiden. De kleine steekvlieg legt haar eitjes in verse mest. De totale cyclus van de steekvlieg neemt tien dagen in beslag.  Met insecticide oorflappen en opgietmiddelen wordt de overlast sterk beperkt. De oorflappen (twee per dier) kunt u het beste in de eerste helft van juni aanbrengen, vervolgens werken ze drie tot vier maanden. Het gebruik van opgietmiddelen met insecticiden neemt steeds meer toe. Deze middelen werken bij preventie voor zomerwrang vier tot zes weken, tegen kleine steekvliegen werken ze acht tot tien weken.

Knutten (Culicoides) zijn de belangrijkste verspreiders van onder andere de virusziekte Blauwtong bij herkauwers. De knut leeft twee tot drie weken, bij koel weer een maand. Wereldwijd bestaan er honderden soorten knutten.

De meeste door teken overgebrachte ziekten komen voor in bosrijke gebieden in het Oosten van ons land, in de duingebieden en op de Waddeneilanden. Als de teken besmet zijn met bepaalde infecties kunnen zij deze tijdens het bloedzuigen overbrengen. Zo kunnen babesiosis en anaplasmose bij rundvee ontstaan. Anaplasmose of weidekoorts wordt veroorzaakt door de bacterie Anaplasma phagocytophilum. Na een beet van een besmette teek vertoont de koe de eerste verschijnselen na 5 tot 15 dagen. In Nederland is ongeveer 4% van de teken besmet met deze bacterie.
Koeien die besmet zijn, hebben koorts, produceren minder melk, en hebben soms luchtwegkrachten. Ook kunnen ze ten gevolge van de infectie hun kalveren verwerpen. De bacterie tast de witte bloedcellen aan die een belangrijke rol spelen in de weerstand. Het belangrijkste effect is dan ook de sterk negatieve invloed op de weerstand van de dieren. De dieren zijn meer vatbaar voor andere ziektes. Jonge runderen zijn minder gevoelig.

Bij Babesiosis of babesia is er sprake van een bloedparasiet. Ook deze wordt overgedragen door teken. Hierbij nestelen de zeer kleine parasieten zich in de rode bloedcellen, die daardoor uiteenvallen. De rode bloedcellen gaan stuk. Het dier krijgt bloedarmoede, door de vrijkomende bloedkleurstof wordt bloederige urine geproduceerd en het dier kan dood gaan. De diagnose is te stellen door middel van bloedonderzoek, waarbij antistoffen bepaald worden. Afwezigheid van antistoffen in herhaalde testen is een bewijs voor de afwezigheid van de infectie. Aanwezigheid van antistoffen zegt dat het dier ooit in contact is geweest met een infectie, maar het zegt niets over het moment waarop en de mate waarin dat het geval was. Door microscopisch onderzoek van de nog intacte rode bloedcellen zijn de parasieten soms te zien.

Neospora is een parasiet met de hond als eindgastheer. Honden raken besmet door het eten van nageboortes en dragen de parasiet  via hondenpoep over. Honden hebben zelf geen last van de infectie, maar drachtige koeien krijgen abortussen, miskramen en doodgeboren kalveren. Neveneffect is een stagnerende melkproductie. Een met neospora geinfecteerde koe is besmet voor het leven en kan dus niet meer voor de fok worden ingezet. Neospora steekt geregeld de kop op in het buitengebied.

Terug naar:

Aanbevolen door Levende Have

Dierenwelzijn, de wet en natuurlijk gedrag
Dierenwelzijn, de wet en natuurlijk gedrag €14,95

Bestellen? Klik hier
Schapen in de weiden van de lage landen
NIEUW! Schapen in de weiden van de lage landen  € 24.90

Bestellen? Klik hier

Cover dierenwelzijn de wet en onze democratie
 Dierenwelzijn,
 de wet en 
 onze democratie
 
Gratis te downloaden
 Klik hier