Het Witrood of Oost-Vlaams rund gaat voor zijn oorsprong terug tot de runderen die in de 18de eeuw in de Denderstreek gehouden werden. Naast deze witrode runderen liepen er toen nog anders gekleurde dieren rond in deze streek, maar de witrode hadden de naam de beste te zijn.
Het lichaam is overwegend wit met op de kop en hals een typisch rode kleuraftekening, op de romp en poten komen al of niet kleine rode vlekjes voor. Het Witrode rund is een typische dubbeldoelkoe; dit wil zeggen een dier dat zowel geschikt is voor de melk- als de vleesproductie. Dit dubbeldoeltype paste vroeger ook perfect op de eerder kleinschalige gemengde landbouwwbedrijven van de provincie Oost-Vlaanderen.
Terug naar: