De meeste runderrassen
hebben hoorns, maar er zijn ook enkele rassen zonder, zoals de Galloways.
De meeste professionele rundveehouders onthoornen hun dieren. Onthoorning is een van de weinige toegestane lichamelijke ingrepen bij landbouwhuisdieren. Het onthoornen gebeurt al op jonge leeftijd, te weten voordat de kalfjes een week of zes oud zijn. Bij de ingreep wordt de hoornaanleg weggebrand. In tegenstelling tot wat soms gedacht wordt, is hoorn levend materiaal. Daarom vindt de onthoorning onder volledige verdoving plaats.
Bij vrijwel alle gehoornde rassen komt zo nu en dan een hoornloze nakomeling voor. Bij productierassen is daar van oudsher mee doorgefokt, in de hoop tot een volledig hoornloze koe te komen. Ook werd via fokselectie getracht - met meer succes - de vorm van de hoorns te beinvloeden. Omhoog afstaande hoorns zijn immers gevaarlijker voor de boer en andere koeien dan naar voren en naar binnen gebogen hoorns of zelfs naar beneden afhangende ('druipende') hoorns. Deze doorgefokte typen hoorns hebben alleen wel de neiging de kop van het dier in te groeien. Zo'n ingroeiende hoorn moet dan op latere leeftijd worden afgezaagd, wat een pijnlijke ingreep voor de koe is.
De hoorns van een koe kunnen veel vertellen over haar leeftijd.
Gerelateerde onderwerpen:
Terug naar: