De naam van dit ras is ontleend aan de graafschap Sussex in Engeland. Het is een vrij zwaar hoen dat in de negentiende eeuw in dit gebied ontstond vanwege de vraag naar vlees op de Londense markt.
In het midden van de negentiende eeuw werden in Zuid Engeland de aanwezige kippen gekruist met de nieuwkomers als Cochins en Brahma’s. Hierbij speelden de Dorkings een belangrijke rol. Het doel was een slachthoen met wit vlees te creëren, van een fijne kwaliteit en met een goede legkracht. Hierbij werd geen aandacht besteed aan vorm of kleur. In Londen werden ze vanwege het gebrek aan uniformiteit Dunghill-mesthoopkippen genoemd. Desondanks voldeden ze aan de vraag op Londense markt. Pas in het begin van de twintigste eeuw werden ze opgenomen in de lijst van erkende rassen. Vanaf dat moment nam de populariteit van het ras sterk toe, aangezien er meer duidelijkheid was over type en kleuren.
Het type kenmerkt zich door de horizontaal gedragen rechthoekige vorm van het lichaam. De Sussex heeft een enkele middelgrote kam, levendige, roodbruine ogen en roze-witte poten. Het gewicht van de haan varieert tussen 3,5 tot 4 kg en van de hen van 3 tot 3,5 kg. Het ras is erkend in de kleurslagen roodporselein, wit zwartcolumbia, buff zwartcolumbia, rood zwartcolumbia, bruin en wit. De kleurslagen die het meest voorkomen in ons land zijn de roodporselein en de wit zwartcolumbia.
De Sussex is een rustig dier, uitzonderingen daargelaten, is met uitstekende vlees- en legkwaliteiten. Volgens insiders mag je op 150 tot 200 eieren per jaar rekenen met een gemiddeld gewicht van 60 gram.
Terug naar: