Serama’s komen oorspronkelijk uit Maleisië, waar het ras in het begin van de jaren ‘70 of ‘90 van de vorige eeuw is ontstaan. Naar kipse begrippen is het een nieuw ras. Nou ja, ras? Het is een groep knap uniforme bastaardjes met een aantal zeer in het oog springende kenmerken.
Een belangrijk kenmerk van de Serama is dat ze niet ‘op kleur’ gefokt worden, zoals met de meeste kippen gedaan wordt. Een Serama kan dus elke kleur hebben die de natuur geeft. En reken maar dat de natuur daar wel weg mee weet. Een groepje Serama’s op een grasveld ziet eruit als een bont bloembed, dat zich razendsnel verplaatst zodra ze in de peiling hebben dat er iemand aankomt. En dat is het tweede kenmerk: mensgericht. Hok open en je ziet er binnen een paar minuten uit als een opgetuigde kerstboom. Ze zitten bovenop je.
Een derde kenmerk is dat Serama’s erg klein zijn voor een kip. Het zijn de kleinste kipjes op aarde. De kleinsten zijn zo groot als een colablikje, de grootsten gaan richting Hollandse Kriel. Weegt een kriel pakweg 550 gram, een Serama komt meestal niet eens aan de vierhonderd. Voor de Serama gelden sinds kort bijzondere keuringsregels. Bij geen enkel ander ras wordt gekeken naar tamheid, bij de Serama wel.(1)
(1) Serama's: wandelende bloembedden en knuffelkipjes, Levende Have februari 2008
Terug naar: