Landelijk kennisnetwerk van houders van boerderijdieren

Mandarijneend

Mandarijneend
De Mandarijneend komt oorspronkelijk uit Oost-Azië en is dus een exoot, maar ze is tegenwoordig ook te vinden in Europa en in de Verenigde Staten. In Japan is deze soort vooral een standvogel, maar in China overwinteren de eenden in zuidelijke streken en broeden ze meer noordelijk. Ze leven er in oude loofbossen en parken, langs riviertjes, plassen en meren. Vooral Rododendron bossen hebben de voorkeur in verband met de lage (en dus veilige) onderbegroeiing. 
 
De Mandarijneend werd voorheen samen met de Carolina-eend en enkele andere soorten gerekend tot de Roestende eenden (Cairininae). Deze naam heeft eigenlijk niet veel te maken met de genetische verwantschap van de dieren. De Mandarijneend en Carolina-eend zijn wel nauw verwant aan elkaar, maar ze zijn geen directe familie van andere Roestende eenden zoals de Muskuseend (Cairina moschata), Witvleugelboseend (Cairina scutulata) en Braziliaanse taling (Amazonetta brasiliensis). Al deze zogenaamde Roestende eenden vertonen hetzelfde opvallende gedrag: ze slapen graag hoog in de bomen en in veel gevallen maken ze daar ook hun nest. Het zogenaamde roesten betekent in dit verband dus rustend in bomen. 
 
De soort heeft als voordeel dat zij een groot verspreidingsgebied heeft. In Nederland geldt geen beperkende wetgeving voor het houden van deze eenden. Wel is er een Europees importverbod van kracht voor in het wild gevangen vogels. Mandarijneenden worden echter al decennialang niet geïmporteerd. Door goede kweekresultaten zijn er voldoende dieren beschikbaar.
 
De Mandarijneend duikt af en toe in het wild in ons eigen land op. Het gaat hier om ontsnapte vogels of vogels die door mensen zijn losgelaten. Hoewel de Mandarijneend misschien niet veel kwaad kan doen in onze natuur, hoort ze hier natuurlijk niet thuis. We noemen het loslaten van exoten daarom ook wel faunavervalsing of faunavervuiling. Omdat we niet kunnen inschatten wat de gevolgen op de lange termijn zijn voor onze inlandse flora en fauna, is het loslaten van exoten in Nederland verboden. 
 
Eigenschappen
Mandarijneenden zijn sterk, winterhard, en eenvoudig te houden in kleinere vijvers of een wat groter gemeenschappelijk park, waar meerdere paartjes gehuisvest kunnen worden. Omdat de eenden in beschermd milieu vaak gekortwiekt worden, is het aan te bevelen om een aantal boomstammen of grote takken zo neer te leggen dat de eenden erop kunnen klimmen en erop kunnen slapen, zoals ze dat in het wild ook zouden doen. Het heeft de voorkeur om deze ‘’roestplaatsen’’ vlak boven het water in te richten. Is er gevaar, dan springen ze vlug in het water. Daar zijn ze nog veiliger voor roofdieren.
 
Huisvesting
Voor één koppeltje eenden is een vijver van twee vierkante meter en 40cm diepte al voldoende. Het hekwerk moet ongeveer 150 cm hoog en fijnmazig van structuur zijn. Wie de dieren niet kortwiekt of leewiekt doet er verstandig aan ze in een gesloten volière te houden. 
 
Voeding
Totaalvoeder voor sierwatervogels (80%), aangevuld met wat gemengde granen of zaden (10%) en groenvoer (10%) is voldoende. Als er een goede grasmat aanwezig is, zullen ze zelf een deel van het groen bij elkaar plukken. In het broedseizoen kan men een foktoomkorrel voor sierwatervogels aanbieden, waarin extra voedingselementen zitten voor een goede productie van onder andere de eieren. 
 
Voortplanting
Er worden dagelijks 8 tot 12 crèmewitte eieren gelegd die na 29 dagen uitkomen. Alleen het vrouwtje broedt en het mannetje houdt de wacht. 
Mandarijneenden nestelen graag in boomholten. Plaats daarom vlakbij de vijver enkele nestkasten op een paaltje, voorzien van een trappetje.
Het uitbroeden van de eieren en het opfokken van de eendenkuikens is vrij gemakkelijk, ook voor beginnende liefhebbers. De eerste twee maanden kan men de kuikens overwegend voeden met opfokkruimel (fase 1) en wat later met een grovere opfokkorrel (fase 2). Als de eenden ongeveer vier maanden oud zijn, kan men langzaam overschakelen op het totaalvoeder. 
Het is verstandig om de kleine eendjes op een leeftijd van 11 dagen te ringen met een gesloten voetring van 9 millimeter (binnenmaat). Deze gesloten voetringen kan men bestellen bij diverse vogelbonden waaronder Aviornis Nederland. De eenden zijn geslachtsrijp op eenjarige leeftijd, de woerden hebben dan ook hun eerste pronkkleed. De monogame paarvorming vindt plaats na de eclipsrui.
 
Uiterlijke kenmerken
De woerd: kleurig broedkleed met sierveren. Helmvormige kop, wit met een groen-bruine band over de kop tot in de nek en een rosse baard. Rechtopstaande oranje-roodbruine “waaiers” of “vanen”. Paarsbruine borst met witte schouderstrepen. Witte buik. Lichtbruine flanken met een lichtgroenige waas. Olijfbruine, spits uitlopende staart. Rode snavel met witroze tip (de nagel). Donkerbruine ogen, oranjegele poten en voeten.
Het vrouwtje: grijsachtige voorkomen. Grijze kop en een smalle witte ring rond de donkerbruine ogen, naar achter uit doorlopend in een dun lijntje. Vleugels en rug zachtbruin tot groen getint. Borst en flanken crème gevlekt. Witte buik. De snavel is grijs tot grijsachtig rood met een lichtgrijze tip. De poten en voeten zijn olijfbruin of olijfgeel. Mandarijneenden zijn 42 tot 50 centimeter lang en wegen 520 gram (vrouwtje) tot 600 gram (woerd). De levensverwachting is tien tot vijftien jaar. 
 
Bron: Mandarijneend slaapt graag hoog in de bomen, Jaap Korten en Jan Harteman, Levende Have april 2008
 

Aanbevolen door Levende Have

Dierenwelzijn, de wet en natuurlijk gedrag
Dierenwelzijn, de wet en natuurlijk gedrag €14,95

Bestellen? Klik hier
Schapen in de weiden van de lage landen
NIEUW! Schapen in de weiden van de lage landen  € 24.90

Bestellen? Klik hier

Cover dierenwelzijn de wet en onze democratie
 Dierenwelzijn,
 de wet en 
 onze democratie
 
Gratis te downloaden
 Klik hier