De Maleier behoort tot de zogenaamde vechthoenderrassen die oorspronkelijk in het begin van de 19de eeuw uit Azie zijn ingevoerd. Ze staan zeer hoog op de poten en kunnen een hoogte bereiken van wel 90 centimeter. Ze zijn zeer krap bevederd maar wel zeer gehard, hebben een walnotenkam, hoog gedragen ronde vleugels en een korte staart. Opvallend zijn de diepliggende ogen, de zware wenkbrouwen en de gele snavel. Ze komen ook in de krielvorm voor. De kleurslagen van de Maleier Krielen zijn tarwe, roodgeschouderd wit, patrijsbont. Onderling zijn ze niet erg verdraagzaam, vooral als ze elkaar niet kennen.
Terug naar: