De Eikenburger kriel is een klein, levendig en parmantig dwerghoen dat, wat de bouw betreft, duidelijk aan de Sebright krielen doet denken. Het ras stamt ook voor een belangrijk deel van dit Engelse ras af. De Eikenburger kriel is ruim dertig jaar geleden opgenomen in onze Nederlandse pluimveestandaard en wel in de witte kleurslag. Maar hoe terecht was deze erkenning? Tijden en ook opvattingen veranderen. Op dit moment rijst de vraag of de Eikenburger kriel wel als apart ras moet worden beschreven, aangezien tegenwoordig de afspraak geldt dat een ras zich op tenminste drie punten duidelijk moet onderscheiden van een reeds bestaand ras.
Goed beschouwd verschilt de Eikenburger slechts op één punt duidelijk van de Sebright, het ras waar deze kriel uit voortkomt. Is de Eikenburger egaal wit en tegenwoordig ook egaal zwart, de Sebright krielen zijn uitsluitend erkend in de gezoomde variëteiten: zij hebben een zwarte rand aan het uiteinde van de veren. Fokker van de witte Eikenburger krielen is wijlen dr. F. Verhagen uit Eindhoven die in 1977 witte kippen voor erkenning voordroeg. Ze werden vernoemd naar Eikenburg, de buurt waar Verhagen woonde.
Er zijn maar weinig fokkers van Eikenburger krielen in ons land. Een speciaalclub ontbreekt. Toch is het een leuk ras voor de liefhebber. Houd er wel rekening mee dat witte dieren die de ruimte krijgen, waardoor ze onbeperkt kunnen genieten van zon en groen, niet wit blijven maar behoorlijk vergelen. (1)
De Eikenburger heeft een rozenkam, bruin-oranje tot oranje ogen en blauwe benen. De rug is kort en de staart wordt vrij hoog gedragen.
Ze bestaan inmiddels in een witte en een zwarte kleurslag.
Terug naar: