De Cochin komt oorspronkelijk uit Azie. Als landen van herkomst worden voor het grote hoen Laos, Cambodja, Vietnam genoemd; de ''roots'' van de kriel zouden liggen in China. De Cochin zat van oudsher al behoorlijk in de veren, maar maakte dankzij de fokkerij elders in de wereld echt naam als verenbal. Vooral de kriel doet deze naam eer aan. Het lijkt net alsof er geen poten onder zitten.
Hoewel de Cochin zo op het oog hoofdzakelijk uit veren bestaat, zit er toch behoorlijk wat vlees aan. Dit hoen behoort tot de zware rassen. De hennen worden gemiddeld 4000 gram, hanen 5250 gram. De grote Cochin wordt gefokt in zwart, blauw, wit, buff, koekoek en patrijs. De kriel is er in wit, zwart, zwartwit gepareld, blauwwit, blauw, buff, koekoek, parelgrijs, meerzomig patrijs, berken, geelkoekoek, tarwe, zilvertarwe, columbia, buffcolumbia en parelgrijs koekoek.
Cochins zijn rustige kippen die nauwelijks vliegen. Om die reden zijn ze nogal gewild onder de liefhebbers van pluimvee. De eierproductie ligt rond 170 eieren per jaar. Op de website van de Cochinclub is een fokkerslijst te vinden.
Terug naar:
