De gedragingen van een alpaca verschillen niet veel van die van het paard. Let maar eens op de oren, de stand van de staart, de hals en de poten. Als een alpaca door een mens wordt benaderd, zal de een “verstijfd” blijven staan, de ander zal gaan liggen en weer een ander zal telkens een vluchtpoging ondernemen. Wat alpaca’s praktisch nooit zullen doen, is voor de aanval kiezen en op je aflopen.
Alpaca’s zijn van nature vluchtdieren. Om ze halstermak te krijgen, is veel training, geduld en tijd nodig. En een goed halster. Om een alpaca te “vangen” is het handig een groep dieren eerst bijeen te drijven in bijvoorbeeld de stal. Dit maakt het allemaal wat minder stressvol. Drijf de alpaca vervolgens in een hoek door met je armen opzij gestrekt op schouderhoogte en je handen op ooghoogte het dier te benaderen.
Passieve houding
Nadat je een arm om de nek hebt gelegd, zal de alpaca veelal een passieve houding aannemen. Wees er echter altijd op voorbereid dat de alpaca alsnog wil vluchten. Leg daarom de andere hand op de schouderbladen, zodat de alpaca niet omhoog kan springen. Merk je dat het dier wil vluchten, maak jezelf dan breed en beweeg mee in de richting waarin de alpaca wil. Dit kan voldoende zijn om deze actie te staken.
Speciale halsters voor alpaca
Een goed halster is voorzien van twee verstelbare riemen: een voor over de neus en een voor de nek. Denk eraan dat de neusband niet te laag mag zitten, omdat alpaca’s alleen maar door hun neus ademen en een te lage neusband dit kan afsluiten. Onder beide riemen (neus en nek) moet ruimte blijven voor minimaal één vinger.
Er zijn speciale halsters voor alpaca’s (small, medium en large). Daarnaast heb je een halstertouw nodig. Zeker wanneer je voor het eerst met je alpaca gaat trainen, is het handig om een lang touw te gebruiken. Dat geeft het dier de ruimte om vertrouwen te winnen. De alpaca kan wennen aan het halster door het een paar uur per dag om te laten.
Band
In het begin zal een alpaca steigeren, trekken en het halster los willen schudden. Geef het dier de tijd om te wennen. Hij moet leren dat hij een band heeft met jou als trainer. Deze band loopt via het touw. Door het touw strak te trekken, laat je merken dat je wilt dat het dier gaat lopen. Let op de stand van zijn lichaam. Hij zal met zijn hoofd tegenwerken. Door het touw strak te houden, zal het dier op een gegeven moment uit balans raken en een paar passen zetten. Op dat moment laat je het touw iets veren. Hierdoor ervaart de alpaca dat wanneer hij deze passen zet er dus niet getrokken wordt aan het touw. Een alpaca heeft een lange dunne nek. Een alpaca die voor je loopt, is onvoldoende onder controle en kan bij een onverwachte beweging de nek verdraaien.
(1) Een vluchtdier aan een touwtje, door Gert Joling, Levende Have april 2008
Terug naar:
