
Paarden kunnen innige vriendschappen opbouwen met andere paarden. Het gaat meestal om duo-vriendschapsbanden; paarden hebben een beste vriend(in) waar ze het liefst mee rennen en spelen, die ze in hun persoonlijke ruimte (op minder dan 1,5 meter afstand) dulden, waar ze naast gaan staan als de ander gaat liggen, die ze verdedigen tegen andere paarden en die ze veelvuldig likken en Poetsgedrag van paarden . Paarden die zo'n maatje hebben, zullen elkaar vaak nog moeiteloos herkennen als ze jaren gescheiden zijn geweest.
Meestal zullen twee paarden die voor het eerst samen in een voor hen nieuwe wei of stal worden gezet, snel een hechte band vormen. Paarden die in hun eentje gehuisvest worden, ontwikkelen vaak de genoemde vriendschapsgevoelens voor een geit die als gezelschap dient, of voor hun eigenaar/verzorger, maar die kunnen die gevoelens toch niet adequaat - op z'n paards - beantwoorden. Daarom is een paard alleen nooit een goed idee.
Paardenrelaties spelen een rol in het kuddegedrag van paarden. In de kudde is sprake van vriendjespolitiek: bij het temperen van agressie, bij het bepalen van de rangorde en bij het zoeken naar voedsel zorgen de onderlinge vriendschaprelaties voor een beter functioneren van de groep als geheel, zo wordt verondersteld. (1)
(1) Stephan Budiansky - De aard van het paard (2003)
Gerelateerde onderwerpen:
Terug naar: