Trekpaarden vormen een afzonderlijk ras binnen de soort paarden. Het trekpaard is een absolute specialist dankzij een selectie van generaties lang, niet alleen op geschiktheid voor het langdurig trekken van zware lasten, maar ook op karakter. Alleen trekpaarden met een goed karakter mochten op de boerderij blijven en werden ingezet voor de fokkerij. Het trekpaard is dan ook befaamd om zijn werkwilligheid, gehoorzaamheid en werkwillige karakter.
We kennen we nog altijd vijf groepen van “Europese” trekpaardenrassen. De indeling berust op hun onderlinge verwantschap en regio van oorsprong: de Ardens-Vlaamse groep, de Franse groep, de Norikers, de Noord-Europese groep en de Britse groep. In de Ardens-Vlaamse groep komen nog drie rassen voor: het Belgisch en het Ardens trekpaard en het Vlaams paard.
Belgisch trekpaard
Over de geschiedenis van het Belgische trekpaard is vrij veel bekend. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de waarde die een goed trekpaard had. In de 19de eeuw kende men in België verschillende variëteiten van trekpaarden. Vanaf 1880 vermengden de drie stammen zich. In feite werden alle Belgische provincies, behalve Antwerpen, Limburg en Luxemburg, belangrijke fokgebieden. In 1886 ontstond de maatschappij Le Cheval de Trait Belge. Vanaf dat moment wilden fokkers komen tot een uniform type van trekpaard voor het hele land, de Ardennen uitgezonderd. Het hoogtepunt van de paardenfokkerij in België lag in de periode tussen 1880 en 1950. Trekpaarden waren toen van uitermate groot economisch belang, zowel in de landbouw, als in handel en nijverheid. Jaarlijks gingen duizenden Belgische trekpaarden naar Amerika, Canada, Rusland, Zweden, Frankrijk, Nederland, Italië en vooral Duitsland.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen Belgische en Nederlandse trekpaarden, maar beide komen voort uit hetzelfde inlandse paard dat in de Middeleeuwen werd aangetroffen langs de kusten van Frankrijk tot aan Denemarken. Omdat veel fokkers in Nederland afkomstig zijn uit Zeeland, wordt ook wel over het Zeeuws trekpaard gesproken.
Het Vlaams paard straalt adel en klasse uit en heeft een typische kleur: isabel (bruinig lichaam met witte manen en staart). Het is ook iets slanker en sierlijker gebouwd dan de andere twee Belgische trekpaardenrassen.
Terug naar: