(Advertentie)
Veel konijnen hebben zogeheten coccidien in hun darmen en lever. Dat zijn hele kleine parasieten. Konijnen worden besmet door het eten van gras en hokstrooisel waar oocysten van deze parasieten in zitten.
Lang niet alle konijnen worden daar ziek van. Jonge konijnen met weinig weerstand zijn gevoeliger dan volwassen konijnen. Pas als het volwassen konijn veranderingen ondergaat - een nieuwe omgeving, ander voer - of de hygiene te wensen overlaat, kan coccidiose optreden. Het konijn krijgt diarree of waterige ontlasting, soms met bloed erin, wordt lusteloos, wil geen eten of drinken en vermagert. Dit duidt erop dat het konijn veel meer coccidien bij zich draagt dan normaal.
De coccidien van de Eimeria stiedae nestelen zich in de lever. Deze parasiet kan in elke grote groep konijnen voorkomen. Bij jonge konijnen kan deze vorm van coccidiose tot de dood leiden. Volwassen konijnen die niet meer eten, zijn ook verdacht. Hebben ze diarree of verstopping, een dikke buik of een gelige kleur, dan kan de dierenarts onderzoeken of de lever is vergroot of beschadigd en of er oöcysten in de uitwerpselen of galmonsters zitten.
Behandeling van de ziekte is mogelijk. Belangrijk is dat de konijnen weer weerstand opbouwen, zodat ze zelf de infecties beter aankunnen. Geadviseerd wordt het hok waarin het te behandelen konijn verblijft, dagelijks schoon te maken.
Terug naar: