Landelijk kennisnetwerk van houders van boerderijdieren

Wat is hittestress?

Hittestress ontstaat als een dier door hoge temperaturen en luchtvochtigheid niet meer in staat is zijn lichaamstemperatuur te regelen. Dit heeft gevolgen voor de gezondheid van de dieren. Ze worden sloom, eten minder, hun afweer neemt af, ze worden ziek en gaan bij onvoldoende verzorging uiteindelijk dood. Het bieden van schaduw is voor alle dieren van levensbelang. Bouw daarom in de wei een schuilstal. Is dat niet mogelijk? Sla dan palen in de grond en bevestig daaraan een schaduwdoek. Zorg voor een stevige constructie, hou rekening met zomerstormen. Er zijn schaduwdoeken die windkracht 7 aankunnen.

Hittestress bij schapen en geiten
Als de temperatuur boven de ca. 23 graden celcius stijgt en schaduw ontbreekt, ondervinden schapen en geiten hittestress. Hittestress geeft een verhoogde ademhalingsfrequentie, extra vochtinname, verminderde eetlust en lagere melkgift. Voldoende schaduw op warme dagen vermindert het ongerief. Ook beneden 23 graden celcius kan hittestress optreden bij melkgevende en drachtige dieren door de eigen warmteproductie. Bij schapen vermindert scheren dit ongerief en de kans op gevaarlijke voedingsstoornissen.
De schapen en geiten reageren op hittestress door hun warmteproductie te verminderen middels verlaging van vooral de ruwvoeropname. In krachtvoerrijke rantsoenen kan dit mogelijk leiden tot pensverzuring. Is dat in de wei moeilijk te sturen, haal de schapen of geiten dan naar binnen en geef ze daar geregeld vers ruwvoer in kleinere porties. Zorg voor een liksteen. Extra natrium kan de vochtopname te stimuleren.
De wateropname van een schaap en een geit is ongeveer 7 tot 10% van het lichaamsgewicht, dus 4,5 tot 7 liter/dag. Zeker in warme periodes is voldoende vers drinkwater een absolute vereiste. Schapen en geiten halen doorgaans veel vocht uit het gras, maar in een droge periode neemt die vochtopname af en zullen ze meer drinken. Zet het water voor de schapen op een schaduwrijke plek en hou het op een koele temperatuur door er een koelelement aan toe te voegen. Tip: vul een paar pet-flessen met water (niet helemaal tot aan de rand) en leg een bevroren pet-fles in de waterbak.
Vervoersadvies EFSA: om hittestress te voorkomen zou de temperatuur in het vervoermiddel niet hoger mogen zijn dan 28 graden voor ongeschoren schapen en 32 graden voor geschoren schapen. 

Hittestress bij runderen
Koeien houden van temperaturen tussen -5°C en 18°C.Bij een temperatuur van 20°C en een luchtvochtigheid van 60-80 procent heeft een koe al last van de warmte. Hoe hoger de temperatuur hoe meer energie een koe gebruikt om zichzelf te koelen. Eigenlijk heeft de koe dan dus meer voeding dan normaal nodig om in die energie te voorzien. Maar als koeien het te warm hebben, gaan ze juist minder eten. Pensverzuring en een teruglopende melkgift zijn het mogelijke gevolg. Hittestress is bovendien niet fijn voor het dier.
Koeien met hittestress grazen nog maar heel weinig, drinken veel en rusten voortdurend. Door de geringe grasopname geven ze veel minder melk. Vaak hebben ze nog wel trek in krachtvoer, maar daardoor ligt een verstoorde balans tussen ruw- en krachtvoer en daarmee pensverzuring op de loer. Nog minder eetlust is daarvan het resultaat: een neerwaartse spiraal. Ook een verminderde conditie en weerstand zijn het gevolg van hittestress. Daarom is het zaak om koeien bij erg hoge temperaturen aan het eten te houden.
Koeien zijn gebaat bij schaduwplekken in hun weiland. Kan dat niet geboden worden, dan kunnen de koeien bij al te hoge temperaturen beter overdag naar binnen en ’s avonds en 's nachts naar buiten. Let op de tekenen dat het te warm is: koeien die niet meer lekker grazen, gaan hangen in de wei of 'vergaderplekken' houden. Verder hebben koeien bij warm weer volop fris water nodig, extra zout en extra ruwvoer zoals hooi. Om ze een gezonde eetlust te laten houden kunnen de dieren een beetje verwend worden met soja of nog beter bierborstel. Dus geen ijsjes voor de koeien of meer fruit, maar juist een gezond rantsoen met veel water. Overleg eventueel met de dierenarts om natriumbicarbonaat en/of magnesiumoxide bij te voeren.
Vervoersadvies EFSA: voor runderen geldt een maximum vervoerstemperatuur van 25 graden in het voertuig.

Hittestress bij kippen
Kippen zoeken bij warme weersomstandigheden vaak de koelte op. Die kunnen ze vinden onder struiken of langs een muur aan de noordzijde, waar ze naast elkaar gaan zitten, met de bek open, enigszins gestrekte hals en loshangende vleugels. Tijdens zo'n periode van hittestress passen ze vanzelf hun stofwisseling aan. Veel eten doen ze niet. Drinken des te meer. Een kip drinkt normaal 1,6 tot twee keer meer water dan ze voer opnemen. Als het warm is, hebben ze meer water nodig. Zorg er ook voor dat de kippen in de schaduw een stofbad kunnen nemen.
Hittestress ontstaat bij temperaturen boven de 28 graden en een hoge luchtvochtigheid. Het zorgt voor een verminderde voeropname, een verminderde doorbloeding van de darmen en een verandering in de hormoonbalans. Dit leidt tot een lagere zuurgraad in het bloed wat weer een negatief effect heeft op de beschikbaarheid van calcium en fosfor, twee belangrijke onderdelen voor de eischaal. De verlaging van de zuurgraad wordt bovendien versterkt door het extra verlies van CO2 door het versneld ademhalen van de kip. Dit alles leidt tot een waarneembare vermindering van de schaalkwaliteit. Toediening van extra vitamine C blijkt een gunstig effect hebben om de schade door hittestress te beperken. Vitamine C moet dan worden verstrekt in een dosering van 1,5 gram per tien liter drinkwater, minimaal een dag voordat de hittestress wordt verwacht. Daarnaast kan een geconcentreerder voer worden verstrekt om de lage voeropname te compenseren.

Hittestress bij paarden
De normale lichaamstemperatuur van een paard ligt tussen de 37,4 en 38°C. Bij een omgevingstemperatuur tussen de 5 en 20°C hoeft het paard zich niet aan te passen om deze lichaamstemperatuur op peil te houden. De optimale staltemperatuur voor volwassen paarden ligt tussen 10-15°C en voor jonge veulens tussen de 15-20°C. Ventileren in de stal is dus erg belangrijk.

Boven de 20°C moet een paard zichzelf kunnen koelen. Een paard zweet per dag al snel 15 liter, onder normale omstandigheden, zonder dat het in actie komt. Als het paard zichzelf niet genoeg kan koelen (bijvoorbeeld op een erg warme, windstille dag met een hoge luchtvochtigheid), dan kan de lichaamstemperatuur teveel oplopen. Allerlei enzymprocessen raken dan verstoord en organen kunnen uitvallen. Is een paard sloom, wil het niet drinken, heeft het een hoge ademhaling (meer dan 30 per minuut) en een hoge temperatuur (40°C en hoger), raadpleeg dan een dierenarts.

De NVWA gaat vanaf zomer 2022 controleren op hittestress bij weidedieren en de aanwezigheid van schaduwplekken. Voor paarden wordt een temperatuur van 27 graden gehanteerd. Vanaf die temperatuur kan gebrek aan schaduw door de NVWA worden opgevat als een lichte overtreding. Dan hoeven er nog niet eens uiterlijke kenmerken van hittestress te zijn.

Het beste is om boven de 25°C een paard niet teveel te belasten. Zeker niet als dat niet nodig is. Moet een paard toch werken, dan is droogstappen na arbeid een manier om het paard te laten afkoelen.
Wil je je paard met water laten afkoelen: onderzoek heeft aangetoond dat dit het beste kan door afwisselend 30 seconden fanatiek met water te koelen en dan 30 seconden rond te stappen zodat het ‘koude’ bloed uit de vaatjes in en net onder de huid weer wordt vervangen door warmer bloed uit het lichaam. Vervolgens weer 30 seconden koelen en weer 30 seconden rondstappen en deze cyclus zo vaak herhalen totdat het paard zélf aangeeft het niet meer leuk te vinden. Het zelf aangeven van het paard bleek in onderzoek een betrouwbaardere parameter dan bijvoorbeeld de rectale temperatuur.

Drinken, schaduw, liksteen
Paarden kunnen beter lauw dan koud water drinken. Koud water vinden ze wel lekker, maar dit geeft kans op koliek. En paard dat lichte arbeid verricht, drinkt 30 tot 40 liter per dag, bij zware arbeid 60 tot 80 liter. Laat een paard niet meteen drinken als hij nog erg warm of buiten adem is. Verslikken of zelfs koliek kunnen het gevolg zijn. Paarden drinken het liefst uit open bakken. Drinkt een paard te weinig dan vertoont het uitdrogingsverschijnselen: het is lusteloos en zijn tandvlees en oogslijmvlies worden rood. Een goede test is om even een huidplooi aan de zijkant van de hals op te tillen. Als de plooi langer dan één á twee seconden blijft staan, dan is het paard uitgedroogd. De urine van een uitgedroogd dier wordt erg donker van kleur. Bij één van deze verschijnselen is het verstandig om contact op te nemen met een dierenarts.

Paarden die veel zweten kunnen niet alleen veel vocht, maar ook elektrolyten verliezen. Dat vocht en die elektrolyten (mineralen die belangrijk zijn voor de vochthuishouding en de zuurgraad van het lichaam) moeten na het zweten terug aangevuld worden om uitdroging te voorkomen en om ervoor te zorgen dat alle biochemische processen in het paardenlichaam goed kunnen blijven verlopen. Uiteraard heeft het lichaam hier ook een eigen systeem voor. Als het lichaam de mineralen Na, K, Cl uitzweet, gaat het die verliezen compenseren door minder elektrolyten af te voeren met de urine. Dit systeem houdt stand als paarden kleine hoeveelheden zweet verliezen. Paarden die intensief sporten hebben echter 2 à 3 dagen nodig om het verlies aan elektrolyten te compenseren. Daarom is een tijdige aanvulling van elektrolyten essentieel.

Als de elektrolytenconcentraties in het lichaam laag zijn, zal de dorstprikkel, en dus de interesse om te willen drinken, verdwijnen. Dát leidt dan snel tot problemen, want paarden kunnen dus uitdrogen, terwijl er genoeg water voor hun neus staat.

Voldoende blijven eten is eveneens belangrijk. Te weinig voeropname heeft invloed op de hoeveelheid energie, eiwit en mineralen die het paard binnenkrijgt. De voeropname moet de basisbehoefte blijven dekken, plus de elementen die het paard extra verliest bij zweten. Een liksteen voorziet in de zoutbehoefte.
Geef een paard ook voldoende schaduw. Haal je een paard naar de stal, zorg er dan voor dat de binnentemperatuur niet veel afwijkt van de buitentemperatuur, hooguit 5 graden. Door - eventueel mechanisch - te ventileren en de stal te isoleren kun je de binnentemperatuur op peil houden. Laat het paard 's nachts lekker naar buiten.

Protocol extreme temperaturen Sectorraad Paarden:
Overwegingen bij warm weer (> 30°C) zijn:
• paarden moeten in de wei in de schaduw (kunnen) staan, het voordeel van een afdak boven bomen of een bomenrij is dat er onder een afdak doorgaans ook minder insecten zijn; wel moet er voldoende ruimte zijn voor alle in de wei aanwezige dieren;
• bij extreem warm weer kan het te overwegen zijn om paarden, indien de omstandigheden dat toelaten, overdag te stallen (koele stal of stal die actief gekoeld kan worden) en ‘s nachts te weiden;
• paarden moeten bij evenementen zo nodig voldoende gekoeld kunnen worden (met stromend of vers water en/of ventilatoren) en er moeten voldoende voorzieningen (drinkwater-tappunten, ijs, waterslangen met voldoende druk om te koelen, voldoende ruimte rond de waterpunten) aanwezig zijn in verhouding tot het aantal paarden dat wordt verwacht;
• er moet voldoende en goede kwaliteit drinkwater ten minste iedere 4-6 uur ter beschikking staan/ter beschikking worden gesteld (minstens 50 liter per 500 kg paard of meer als er sprake is van zware arbeid) en er moet ad libitum (naar believen) ruwvoer worden verstrekt;
• transport is tot 27°C wel mogelijk (met voldoende ventilatie), maar daarboven moet actieve koeling aanwezig zijn.
NB. de EFSA geeft in een advies een temperatuur van 25 graden aan. Warmer zou het in een trailer niet mogen zijn. Zie nieuwsbericht Aanbevelingen voor meer welzijn bij het vervoer van dieren

Hittestress bij varkens
Een varken heeft het met 25 tot 26 °C wel zo'n beetje gehad. Krijgt het varken niet de kans zichzelf te koelen - de aanwezigheid van voldoende water en schaduwrijke plekken is erg belangrijk - dan treedt bij temperaturen daarboven hittestress op. Hittestress leidt tot een lagere voeropname. Om de voeropname op peil te houden kunnen de de varkens ’s ochtends wat vroeger dan normaal en ’s avonds wat later worden gevoerd. Varkens die buiten lopen kunnen een paar keer per dag onder de waterslang. Ook een modderbad kan voor verkoeling zorgen. Varkens die binnen verblijven kunnen worden gekoeld door de vloer van hun stal nat te houden.

Hittestress bij konijnen
Zorg ervoor dat de dieren altijd in de schaduw kunnen liggen en dat ze een koele plek hebben.
Een bak met zand blijft lang koel. Ook een steen die je eerst in de vriezer legt, geeft lang kou af. Er zijn koelmatten en zogenaamde ice pads te koop: een soort schijven die je in de vriezer legt en die lekker lang koud blijven. 
Zorg voor zo weinig mogelijk stress. Koppelen van konijntjes stel je bijvoorbeeld beter uit. Ook dierenartsbezoeken die kunnen wachten, kun je beter uitstellen totdat het extreme weer is afgenomen.
Bij buitenkonijnen helpt het om witte natte doeken over het hok heen te leggen. Let op dat de uitgang vrij blijft, anders neemt de luchtvochtigheid toe en voelt het nog warmer aan. Zorg dat de konijnen zelf nooit nat worden. Daarvan wordt hun vacht broeierig en dat maakt het voor vliegen aantrekkelijk om eitjes te leggen. De madenziekte ligt dan op de loer. Alleen de puntjes van de oren mag je nat maken.
Verdeel het groenvoer over de dag. Dat geldt ook voor droogvoer als het konijn geen groenvoer gewend is. Door de warmte verlaagt het energieniveau en gaan de dieren minder eten en bewegen. Hierdoor kunnen de darmen stil vallen en stoppen de dieren helemaal met eten. Verdeel de groente over de dag en vergeet niet ook vroeg in de ochtend en laat in de avond eten te geven. (Bron: Sophia Vereeniging)

Hittestress bij alpaca's
Een alpaca met hittestress heeft een verhoogde temperatuur, ademt door de mond, beweegt veel met de neusvleugels, kwijlt, beeft, eet niet, is lusteloos, en heeft een hartslag boven de 90 slagen/min. Zorg voor voldoende schaduw, ventilatie in de stal, scheer de alpaca's voordat er een warme periode aanbreekt, geef voldoende vers drinkwater en extra elektrolyten (tijdens het zweten verliezen de alpaca's extra zouten en glucose). Je kunt ook op koele plek in het weiland extra verkoeling aanbrengen met water.

Aanbevolen door Levende Have

Dierenwelzijn, de wet en natuurlijk gedrag
Dierenwelzijn, de wet en natuurlijk gedrag €14,95

Bestellen? Klik hier
Schapen in de weiden van de lage landen
NIEUW! Schapen in de weiden van de lage landen  € 24.90

Bestellen? Klik hier

Cover dierenwelzijn de wet en onze democratie
 Dierenwelzijn,
 de wet en 
 onze democratie
 
Gratis te downloaden
 Klik hier